Home ​​​​>​​​​ Knowledge Center​​​​

Definities voor verschillende soorten gewasbeschermingsmiddelen

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden, basisstoffen, plantversterkers. In de gewasbescherming worden er allerlei verschillende soorten termen gebruikt. Dit roept nogal eens vragen op. Daarom heeft Vereniging Agrodis al deze termen op een rij gezet om deze vragen voor eens en voor altijd de wereld uit te helpen!
Gewasbeschermingsmiddelen
Agrodis
Agrodis
Vereniging tuinbouwsector | 9 november 2017 | 4 min. lezen
Deel dit artikel

Onderwerpen in dit artikel

Gewasbeschermingsmiddelen

In Verordening (EG) 1107/2009 artikel 2 staat dat de Verordening van toepassing is op middelen, in de vorm waarin zij aan de gebruiker worden geleverd, die geheel of gedeeltelijk bestaan uit werkzame stoffen, beschermstoffen of synergisten, en die bestemd zijn voor:
  • De bescherming van planten of plantaardige producten tegen alle schadelijke organismen of het verhinderen van de werking van dergelijke organismen, tenzij deze middelen worden beschouwd als middelen die vooral om hygiënische redenen worden gebruikt veeleer dan ter bescherming van planten of plantaardige producten;
  • Het beïnvloeden van de levensprocessen van planten, zoals het beïnvloeden van hun groei, voor zover het niet gaat om nutritieve stoffen;
  • De bewaring van plantaardige producten, voor zover die stoffen of middelen niet onder bijzondere communautaire bepalingen inzake bewaarmiddelen vallen;
  • De vernietiging van ongewenste planten of delen van planten, met uitzondering van algen tenzij de producten op de bodem of in water worden gebruikt ter bescherming van planten;
  • De beperking of voorkoming van de ongewenste groei van planten, met uitzondering van algen tenzij de producten op de bodem of in water worden gebruikt ter bescherming van planten.

Biociden

In de Verordening (EU) Biociden 528/2012 zijn dit alle stoffen of mengsels die uit één of meer werkzame stoffen bestaan dan wel die stoffen bevatten of genereren. Ze zijn bestemd om schadelijke of ongewenste organismen te vernietigen, af te weren, onschadelijk te maken of de effecten ervan te voorkomen.

Er zijn diverse soorten biociden; voorbeelden van producttypen zijn houtverduurzamingsmiddelen, aangroeiwerende verven, desinfectantia, insecticiden en repellents (zie producttype biociden). Om biocideproducten te kunnen beoordelen voor toelating op de markt, worden ze onderverdeeld in 22 producttypen, verdeeld over 4 groepen:
  • Desinfectiemiddelen;
  • Conserveermiddelen;
  • Plaagbestrijdingsmiddelen;
  • Andere biociden.

Basisstof

Een basisstof (basic substance) is een werkzame stof die:
  • in de basis een verminderd risicoprofiel met zich meebrengt; en
  • geen intrinsieke eigenschappen bezit om hormoonontregelende, neurotoxische of immunotoxische effecten te veroorzaken; en
  • niet voornamelijk gebruikt wordt als gewasbeschermingsmiddel maar toch nuttig is als gewasbeschermingsmiddel, hetzij rechtstreeks, hetzij in een product dat bestaat uit de stof en een gewone verdunner; en
  • niet op de markt wordt gebracht als een gewasbeschermingsmiddel.
Een werkzame stof die voldoet aan de EU eisen voor een voedingsmiddel wordt per definitie beschouwd als een basisstof. Basisstoffen mogen niet speciaal verkocht worden als gewasbeschermingsmiddel. Een teler mag dergelijke stoffen wel gebruiken voor
gewasbeschermingstoepassingen.

Laag-risico stoffen

Dit zijn werkzame stoffen waarvan uit de evaluatie blijkt dat zij een laag risico hebben. Voor de goedkeuring van deze stoffen geldt de normale beoordelingsprocedure. Of een stof een laag risicoprofiel heeft, blijkt uit het beoordelingsproces. Er is dus geen aparte aanvraag- dan wel beoordelingsprocedure voor laag-risico stoffen. Er is ook geen aparte aanvraagprocedure voor middelen op basis van deze werkzame stoffen, een ‘normale’ toelating voor deze middelen blijft vereist. De toelatingsperiode voor laag-risico stoffen is 15 jaar, terwijl regulier 10 jaar is. Daarbij streeft de overheid een makkelijker zonaal toelatingsproces na.

Groene middelen

Definitie uit Green Deal “groene gewasbescherming”: Groene gewasbeschermingsmiddelen zijn laag-risico middelen van natuurlijke oorsprong zoals van planten, dieren, micro-organismen of bepaalde mineralen, of nagemaakte middelen die identiek zijn aan de natuurlijke stof en een laag risico hebben voor mens, dier, milieu en niet-doelwit organismen.

Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen (RUB)

Op de RUB-lijst staan bestrijdingsmiddelen of groepen van bestrijdingsmiddelen waarop de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 niet van toepassing is. Geleidelijk wordt de RUB-lijst opgeschoond en in lijn gebracht met de Europese verordeningen.

Microbiële middelen

In Verordening (EG) 1107/2009 artikel 3 staat sub 15 de volgende definitie: „micro-organismen”: een microbiologische eenheid, met inbegrip van schimmels en virussen, cellulair of niet-cellulair, die in staat is genetisch materiaal te vermeerderen of over te brengen;”.

Plantweerbaarheidsmiddelen

Plantweerbaarheidsmiddelen hebben geen officiële definitie. Ze zijn alleen acceptabel (legaal) als ze niet onder de definitie van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen vallen. In de praktijk vallen dergelijke producten al snel onder de definitie van gewasbeschermingsmiddelen. Dat komt ook doordat die definitie uit gaat van het gebruik waarvoor het middel is bestemd. Die bestemming kan worden afgeleid uit alle documentatie. Soms is er heel zorgvuldig op het etiket geen gewasbeschermingsbestemming opgenomen, maar valt het toch onder een gewasbeschermingsmiddel, omdat uit de rest van de informatie rondom het product blijkt dat het in feite daarvoor bedoeld is.

Biostimulanten

Biostimulanten moeten het probleem van de onduidelijkheid tussen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen oplossen. Deze middelen worden ook wel GNO - gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong - en biorationals genoemd. In EU-kader wordt gewerkt aan een herziening van de Verordening (EG) meststoffen nr. 2003/2003. In het huidige EU-herzieningsvoorstel (let op: het is nog een voorstel!) is een definitie opgenomen:
"34. "biostimulant voor planten": een product dat de voedingsprocessen van een plant stimuleert onafhankelijk van het gehalte aan nutriënten van het product, met als enige doel een of meer van de volgende eigenschappen van de plant te verbeteren:
a) de efficiëntie van het gebruik van nutriënten;
b) de tolerantie voor abiotische stress;
c) de kenmerken in verband met de kwaliteit van het gewas.".

In deze situatie zal artikel 46 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 worden gewijzigd:
“….het beïnvloeden van de levensprocessen van planten, zoals het beïnvloeden van hun groei, voor zover het niet gaat om nutriënten of biostimulanten voor planten;".

Let op: aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend. Dit artikel is met de grootst mogelijke zorg tot stand gebracht, maar alleen de letterlijke wettelijke bepalingen zijn rechtsgeldig.
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Agrodis contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Ook interessant voor jou

Definities voor verschillende soorten gewasbeschermingsmiddelen

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden, basisstoffen, plantversterkers. In de gewasbescherming worden er allerlei verschillende soorten termen gebruikt. Dit roept nogal eens vragen op. Daarom heeft Vereniging Agrodis al deze termen op een rij gezet om deze vragen voor eens en voor altijd de wereld uit te helpen!
Zoek in de Kennisbank
Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.
Categorieën:
Agrodis
Agrodis
Vereniging tuinbouwsector | 9 november 2017 | 4 min. lezen
Deel dit artikel

Gewasbeschermingsmiddelen
Onderwerpen in dit artikel

Gewasbeschermingsmiddelen

In Verordening (EG) 1107/2009 artikel 2 staat dat de Verordening van toepassing is op middelen, in de vorm waarin zij aan de gebruiker worden geleverd, die geheel of gedeeltelijk bestaan uit werkzame stoffen, beschermstoffen of synergisten, en die bestemd zijn voor:
  • De bescherming van planten of plantaardige producten tegen alle schadelijke organismen of het verhinderen van de werking van dergelijke organismen, tenzij deze middelen worden beschouwd als middelen die vooral om hygiënische redenen worden gebruikt veeleer dan ter bescherming van planten of plantaardige producten;
  • Het beïnvloeden van de levensprocessen van planten, zoals het beïnvloeden van hun groei, voor zover het niet gaat om nutritieve stoffen;
  • De bewaring van plantaardige producten, voor zover die stoffen of middelen niet onder bijzondere communautaire bepalingen inzake bewaarmiddelen vallen;
  • De vernietiging van ongewenste planten of delen van planten, met uitzondering van algen tenzij de producten op de bodem of in water worden gebruikt ter bescherming van planten;
  • De beperking of voorkoming van de ongewenste groei van planten, met uitzondering van algen tenzij de producten op de bodem of in water worden gebruikt ter bescherming van planten.

Biociden

In de Verordening (EU) Biociden 528/2012 zijn dit alle stoffen of mengsels die uit één of meer werkzame stoffen bestaan dan wel die stoffen bevatten of genereren. Ze zijn bestemd om schadelijke of ongewenste organismen te vernietigen, af te weren, onschadelijk te maken of de effecten ervan te voorkomen.

Er zijn diverse soorten biociden; voorbeelden van producttypen zijn houtverduurzamingsmiddelen, aangroeiwerende verven, desinfectantia, insecticiden en repellents (zie producttype biociden). Om biocideproducten te kunnen beoordelen voor toelating op de markt, worden ze onderverdeeld in 22 producttypen, verdeeld over 4 groepen:
  • Desinfectiemiddelen;
  • Conserveermiddelen;
  • Plaagbestrijdingsmiddelen;
  • Andere biociden.

Basisstof

Een basisstof (basic substance) is een werkzame stof die:
  • in de basis een verminderd risicoprofiel met zich meebrengt; en
  • geen intrinsieke eigenschappen bezit om hormoonontregelende, neurotoxische of immunotoxische effecten te veroorzaken; en
  • niet voornamelijk gebruikt wordt als gewasbeschermingsmiddel maar toch nuttig is als gewasbeschermingsmiddel, hetzij rechtstreeks, hetzij in een product dat bestaat uit de stof en een gewone verdunner; en
  • niet op de markt wordt gebracht als een gewasbeschermingsmiddel.
Een werkzame stof die voldoet aan de EU eisen voor een voedingsmiddel wordt per definitie beschouwd als een basisstof. Basisstoffen mogen niet speciaal verkocht worden als gewasbeschermingsmiddel. Een teler mag dergelijke stoffen wel gebruiken voor
gewasbeschermingstoepassingen.

Laag-risico stoffen

Dit zijn werkzame stoffen waarvan uit de evaluatie blijkt dat zij een laag risico hebben. Voor de goedkeuring van deze stoffen geldt de normale beoordelingsprocedure. Of een stof een laag risicoprofiel heeft, blijkt uit het beoordelingsproces. Er is dus geen aparte aanvraag- dan wel beoordelingsprocedure voor laag-risico stoffen. Er is ook geen aparte aanvraagprocedure voor middelen op basis van deze werkzame stoffen, een ‘normale’ toelating voor deze middelen blijft vereist. De toelatingsperiode voor laag-risico stoffen is 15 jaar, terwijl regulier 10 jaar is. Daarbij streeft de overheid een makkelijker zonaal toelatingsproces na.

Groene middelen

Definitie uit Green Deal “groene gewasbescherming”: Groene gewasbeschermingsmiddelen zijn laag-risico middelen van natuurlijke oorsprong zoals van planten, dieren, micro-organismen of bepaalde mineralen, of nagemaakte middelen die identiek zijn aan de natuurlijke stof en een laag risico hebben voor mens, dier, milieu en niet-doelwit organismen.

Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen (RUB)

Op de RUB-lijst staan bestrijdingsmiddelen of groepen van bestrijdingsmiddelen waarop de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 niet van toepassing is. Geleidelijk wordt de RUB-lijst opgeschoond en in lijn gebracht met de Europese verordeningen.

Microbiële middelen

In Verordening (EG) 1107/2009 artikel 3 staat sub 15 de volgende definitie: „micro-organismen”: een microbiologische eenheid, met inbegrip van schimmels en virussen, cellulair of niet-cellulair, die in staat is genetisch materiaal te vermeerderen of over te brengen;”.

Plantweerbaarheidsmiddelen

Plantweerbaarheidsmiddelen hebben geen officiële definitie. Ze zijn alleen acceptabel (legaal) als ze niet onder de definitie van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen vallen. In de praktijk vallen dergelijke producten al snel onder de definitie van gewasbeschermingsmiddelen. Dat komt ook doordat die definitie uit gaat van het gebruik waarvoor het middel is bestemd. Die bestemming kan worden afgeleid uit alle documentatie. Soms is er heel zorgvuldig op het etiket geen gewasbeschermingsbestemming opgenomen, maar valt het toch onder een gewasbeschermingsmiddel, omdat uit de rest van de informatie rondom het product blijkt dat het in feite daarvoor bedoeld is.

Biostimulanten

Biostimulanten moeten het probleem van de onduidelijkheid tussen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen oplossen. Deze middelen worden ook wel GNO - gewasbeschermingsmiddelen van natuurlijke oorsprong - en biorationals genoemd. In EU-kader wordt gewerkt aan een herziening van de Verordening (EG) meststoffen nr. 2003/2003. In het huidige EU-herzieningsvoorstel (let op: het is nog een voorstel!) is een definitie opgenomen:
"34. "biostimulant voor planten": een product dat de voedingsprocessen van een plant stimuleert onafhankelijk van het gehalte aan nutriënten van het product, met als enige doel een of meer van de volgende eigenschappen van de plant te verbeteren:
a) de efficiëntie van het gebruik van nutriënten;
b) de tolerantie voor abiotische stress;
c) de kenmerken in verband met de kwaliteit van het gewas.".

In deze situatie zal artikel 46 van de Verordening (EG) nr. 1107/2009 worden gewijzigd:
“….het beïnvloeden van de levensprocessen van planten, zoals het beïnvloeden van hun groei, voor zover het niet gaat om nutriënten of biostimulanten voor planten;".

Let op: aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend. Dit artikel is met de grootst mogelijke zorg tot stand gebracht, maar alleen de letterlijke wettelijke bepalingen zijn rechtsgeldig.
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Agrodis contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Agrodis
Ook interessant voor jou
Wat is het CDG keurmerk?
Geen enkel bedrijf mag zomaar gewasbeschermingsmiddelen inkopen of verkopen zonder CDG-certificaat. Ook Royal Brinkman is in het bezit van het wettelijk verplichte CDG-certificaat. 

Wat betekenen de H- en P-zinnen op een etiket?
Op producten die gevaarlijke stoffen bevatten, zoals gewasbeschermingsmiddelen, staan H- en P-zinnen. Ze geven de mogelijke gevaren (H-zinnen) en de benodigde voorzorgsmaatregelen (P-zinnen) van een product aan.
Welke gevarensymbolen / CLP-pictogrammen zijn er?
CLP-pictogrammen zijn tekens op de verpakkingen van producten die gevaarlijke stoffen bevatten, zoals meststoffen en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Zo weet je welke risico’s de producten met zich meebrengen.