Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling Adalia bipunctata
De larven van de Adalia bipunctata zijn grijszwart met gele tot rode stippen of strepen op de rug. Ze hebben vrij lange poten en zien er zeer vraatzuchtig uit. Ze bereiken een lengte tussen 3,5 en 6 millimeter. Na het vierde larve stadium verpopt de larve zich over het algemeen aan de onderkant van het blad en ondergaat een volledige gedaanteverwisseling. De verpopping duurt zo een 8 dagen (bij 20°C). Zodra de pop uitkomt is het lieveheersbeestje nog bleek van kleur. Binnen enkele uren nadat de pop uit is gekomen begint zich het vlekkenpatroon en de kleur zich te ontwikkelen. Volwassen roofkevers herken je aan de vleugels die worden bedekt door dekschilden die hen een karakteristieke bolle vorm geeft. De Adalia bipunctata heeft een herkenbare rode kleur dekschilden. Op ieder dekschild zie je een zwarte stip. De pootjes en de kop zijn vaak zwart en op de kop zie je soms witte stipjes. De eitjes worden in groepjes van 10 tot 50 eitjes afgezet aan de onderkant van het blad in de buurt van luizen kolonies. Ze zijn oranjegeel en 1-1,5 mm lang.
De larven van de Adalia bipunctata kan zich het beste ontwikkelen bij een temperatuur tussen de 18 °C en 22 °C. Voor de larven zal bij deze temperatuur de levensduur het langste zijn, namelijk 20 dagen.