Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Aphilodetes aphidimyza
Een volwassen Aphidoletes galmug is ongeveer 2,5 mm groot. Ze hebben lange dunne poten en naar achter gebogen antennen. De paring vindt voornamelijk in spinnenwebben plaats in de eerste nacht nadat de galmug is uitgekomen, waarna de vrouwtjes gemiddeld een week leven.
In de eerste drie dagen legt ze de meeste eitjes. De eieren zijn oranje tot rood van kleur en liggen in groepjes in bladluishaarden. Hoe groter de bladluishaard hoe meer eitjes worden afgezet.
Nadat de eitjes zijn uitgekomen na ongeveer na twee tot vijf dagen neemt de larve de taak van bestrijder op zich.
Na vijf tot tien dagen laat de larve zich van het blad op de grond vallen waar de verpopping in de bodem plaatsvindt. Als de larve geen aarde kan bereiken, sterft een groot deel van de verpoppende larven. Na 8 tot 16 dagen komt er een volwassen galmug uit de pop tevoorschijn.
Een volwassen galmug leeft van honingdauw. Neemt de galmug dit niet op dan neemt de ei leg capaciteit sterk af. De Temperatuur en luchtvochtigheid zijn belangrijke factoren voor de ontwikkelingssnelheid, het aantal eitjes en het aantal bladluizen dat wordt gegeten door Aphidoletes galmug. De optimale omstandigheden zijn een temperatuur van 20 tot 30 °C, een luchtvochtigheid van minimaal 60% en een daglengte van 16 uur. De nachttemperatuur dient minimaal 12-16 °C te zijn. Wanneer de nachttemperatuur onder de 12 °C zakt, worden er geen eitjes meer afgezet.