Hoe ziet Chrysoperla carnea eruit?
De larven van de gaasvlieg Chrysoperla carnea zijn 2 tot 10 mm groot en hebben een grijsbruin, onregelmatig lichaam met grote kaken die eruitzien als tangen. Ze kunnen in dit stadium nog niet vliegen en moeten daarom dichtbij hun prooi uitgezet worden. De gaasvlieg kent drie larvenstadia. Het derde stadium is het belangrijkst, want in dit stadium eet de larve de meeste luizen - tot wel 50 per dag. Ook andere insecten zoals trips, spint, kleine rupsen, witte vlieg en wolluis kunnen prooi zijn.
De larven zijn het meest actief bij een temperatuur tussen de 12 en 25°C, maar zijn in principe nauwelijks afhankelijk van temperatuur en luchtvochtigheid. Hierdoor kan deze natuurlijke vijand breed ingezet worden.
Een volwassen gaasvlieg is te herkennen aan zijn slanke, groene lichaam van ongeveer 12 mm met grote, fijn geaderde vleugels. In het volwassen stadium eet de gaasvlieg geen luis meer; hij leeft dan van honingdauw, pollen en nectar. In de meeste gevallen verlaten volwassen gaasvliegen de kas.