Home ​​​​>​​​​ Knowledge Center​​​​

Transeius montdorensis als natuurlijke vijand tegen trips, witte vlieg, spint en diverse mijten

De roofmijt Transeius montdorensis is een actieve en effectieve biologische bestrijder die ingezet wordt tegen diverse plagen in groente,- en sierteeltgewassen.
montdorensis
Kees Kouwenhoven
Productspecialist Gewasbescherming | 25 januari 2024 | 4 min. lezen
Deel dit artikel

Wat is en wat bestrijdt Transeius montdorensis? 

Transeius montdorensis is een roofmijt die wordt ingezet tegen trips, witte vlieg, spint en diverse (weekhuid) mijten. Ten opzichte van Neoseiulus cucumeris en Amblyseius swirskkii bestrijdt Transieus montdorensis niet alleen het eerste larve stadia van trips, maar ook het tweede larve stadia. Dit is een groot voordeel. Per dag eet de roofmijt ongeveer tien tripslarven. Bij witte vlieg eet de roofmijt de eitjes en de larven. De roofmijt is al vanaf het eerste nimfstadium roofzuchtig en gaat actief op zoek naar voedsel.  

Preventief inzetten is mogelijk aangezien de roofmijt van stuifmeel kan leven en bijgevoerd kan worden met voermijten. Deze voermijten worden geleverd onder de naam Power Food 3.0 of Power Food Plus 3.0.

Transeius montdorensis kan in nagenoeg alle gewassen worden ingezet. In tomaat heeft hij veel last van de klierharen en zal daardoor moeilijker ontwikkelen.

Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Transeius montdorensis

Een volwassen montdorensis herken je aan het druppelvormige lichaam met vanaf het protonimf stadium 8 poten. De kleur varieert van transparant tot oranje/bruin. De kleur is afhankelijk van wat hij eet. Een volwassen roofmijt is ongeveer 0,4mm groot. De volwassen vrouwtjes leggen hun eieren aan de onderkant van het blad bij voorkeur op stengel/bladhaartjes. Enkele dagen later kruipen de larven uit de eieren. In totaal doorloopt de roofmijt vijf stadia in slechts een week tijd bij de juiste klimaatomstandigheden (circa 25°C). Dat betekent dat er in korte tijd dus een grote populatie opgebouwd wordt. 

Montdorensis is vanaf 10°C actief. Het optimum is 25°C. 

Video

  • Bekijk de video om de roofmijt in actie te zien.

Gebruiksinstructie Transeius montdorensis

Raadpleeg voor de algemene gebruiksinstructie voor natuurlijke vijanden het kennisbankartikel.

Hoe zet je Transeius montdorensis in?

Los materiaal:
  • Het materiaal moet voor en tijdens de introductie goed door elkaar worden gemengd omdat de roofmijten de neiging hebben naar boven te kruipen in de zak.  
  • Afhankelijk van de plaag druk wordt de dosering bepaald, deze varieert van 150 tot 500 roofmijten per m2.
  • Introductie van roofmijten herhalen afhankelijk van het gewas en plaagdruk.
  • Interval van 7 tot 14 dagen aanhouden.
  • Indien geen stuifmeel aanwezig dan wekelijks bijvoeren met voermijten. 
  • Het materiaal kan handmatig of met behulp van Unimite verdeelsysteem worden verdeeld. 

Zakjes:
  • Afhankelijk van het gewas en plaagdruk worden het aantal zakjes per 1000m2 bepaald. 
  • 2000 tot 5000/ha.
  • Maak een goede verdeling in het gewas. 
  • Voor een optimale verdeling dienen de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen. 
  • Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken.

Gemini zakjes:
  • Vouw het tweelingzakje op de scheurrand (met de geprinte kant naar buiten toe) en hang deze over een stam, tak of draad.
  • Maak een goede verdeling in het gewas.
  • Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen. 
  • Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken.

Bugline Linten: 
  • Plaats het lint horizontaal tussen het gewas met de geprinte kant naar boven toe. 
  • Maak een goede verdeling in het gewas.
  • Let erop dat het papier niet op natte grond of gewas ligt.
  • Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen. 
  • Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken

Video

  • Bekijk in de onderstaande video hoe je de montdorensis wordt ingezet

Verpakking varianten Transeius montdorensis

Transeius montdorensis  wordt veelal geleverd onder de naam MONcontrol en is verkrijgbaar in diverse verpakkingen en samenstellingen:
  • Zakjes en Linten
    • Moncontrol Zakjes met en zonder haak
      • Doos van 500 zakjes
      • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten
      • Doos met 500 zakjes.
      • Waterbestendige tweelingzakjes, Deze zijn met name geschikt voor teelten waarbij van bovenaf water wordt gegeven. 
      • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten

  • Bugline monty
    • Waterbestendig zakjes.
    • Lint bestaande uit aaneenschakeling van kweekcellen (zakjes).
    • Verkrijgbaar in verschillende lengtes lint.
    • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten.

  • Montyline Stick
    • Doos met 1000 waterbestendige zakjes op een stokje
    • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten

Keuzetabel

Zie desktop versie voor de keuzetabel.

Opslag van Transeius montdorensis

De roofmijten moeten na levering zo snel mogelijk worden ingezet in het gewas. De mijten produceren warmte en CO2 en bij hoge temperaturen zullen ze bij langdurige opslag sterk in kwaliteit en kwantiteit achteruit gaan. Als direct inzetten niet mogelijk is moeten ze gekoeld worden om hoge temperaturen in de zakken te voorkomen. De optimale temperatuur bij opslag is 15-18°C bij 80% Relatieve Luchtvochtigheid.

Kwaliteitscontrole roofmijten 

Raadpleeg hier het kwaliteitsprotocol voor roofmijten.
Paprikakwekerij Bestpeppers
Bertus van Dijk - Paprikakwekerij Bestpeppers, Est ervaart:

"Snelle opbouw van Orius met Power Food Plus”

Lees verder >
Gerelateerde producten
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Kees Kouwenhoven neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Ook interessant voor jou
Categorieën:
BiologieGewasbescherming
Tags:
SierteeltGroenteteeltArtikelVideo

Transeius montdorensis als natuurlijke vijand tegen trips, witte vlieg, spint en diverse mijten

De roofmijt Transeius montdorensis is een actieve en effectieve biologische bestrijder die ingezet wordt tegen diverse plagen in groente,- en sierteeltgewassen.
Zoek in de Kennisbank
Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.
Categorieën:
BiologieGewasbescherming
Kees Kouwenhoven
Kees Kouwenhoven
Productspecialist Gewasbescherming | 25 januari 2024 | 4 min. lezen
Deel dit artikel

montdorensis
Onderwerpen in dit artikel

Wat is en wat bestrijdt Transeius montdorensis? 

Transeius montdorensis is een roofmijt die wordt ingezet tegen trips, witte vlieg, spint en diverse (weekhuid) mijten. Ten opzichte van Neoseiulus cucumeris en Amblyseius swirskkii bestrijdt Transieus montdorensis niet alleen het eerste larve stadia van trips, maar ook het tweede larve stadia. Dit is een groot voordeel. Per dag eet de roofmijt ongeveer tien tripslarven. Bij witte vlieg eet de roofmijt de eitjes en de larven. De roofmijt is al vanaf het eerste nimfstadium roofzuchtig en gaat actief op zoek naar voedsel.  

Preventief inzetten is mogelijk aangezien de roofmijt van stuifmeel kan leven en bijgevoerd kan worden met voermijten. Deze voermijten worden geleverd onder de naam Power Food 3.0 of Power Food Plus 3.0.

Transeius montdorensis kan in nagenoeg alle gewassen worden ingezet. In tomaat heeft hij veel last van de klierharen en zal daardoor moeilijker ontwikkelen.

Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Transeius montdorensis

Een volwassen montdorensis herken je aan het druppelvormige lichaam met vanaf het protonimf stadium 8 poten. De kleur varieert van transparant tot oranje/bruin. De kleur is afhankelijk van wat hij eet. Een volwassen roofmijt is ongeveer 0,4mm groot. De volwassen vrouwtjes leggen hun eieren aan de onderkant van het blad bij voorkeur op stengel/bladhaartjes. Enkele dagen later kruipen de larven uit de eieren. In totaal doorloopt de roofmijt vijf stadia in slechts een week tijd bij de juiste klimaatomstandigheden (circa 25°C). Dat betekent dat er in korte tijd dus een grote populatie opgebouwd wordt. 

Montdorensis is vanaf 10°C actief. Het optimum is 25°C. 


Video

  • Bekijk de video om de roofmijt in actie te zien.
  

Gebruiksinstructie Transeius montdorensis

Raadpleeg voor de algemene gebruiksinstructie voor natuurlijke vijanden het kennisbankartikel.

Hoe zet je Transeius montdorensis in?

Los materiaal:
  • Het materiaal moet voor en tijdens de introductie goed door elkaar worden gemengd omdat de roofmijten de neiging hebben naar boven te kruipen in de zak.  
  • Afhankelijk van de plaag druk wordt de dosering bepaald, deze varieert van 150 tot 500 roofmijten per m2.
  • Introductie van roofmijten herhalen afhankelijk van het gewas en plaagdruk.
  • Interval van 7 tot 14 dagen aanhouden.
  • Indien geen stuifmeel aanwezig dan wekelijks bijvoeren met voermijten. 
  • Het materiaal kan handmatig of met behulp van Unimite verdeelsysteem worden verdeeld. 

Zakjes:
  • Afhankelijk van het gewas en plaagdruk worden het aantal zakjes per 1000m2 bepaald. 
  • 2000 tot 5000/ha.
  • Maak een goede verdeling in het gewas. 
  • Voor een optimale verdeling dienen de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen. 
  • Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken.

Gemini zakjes:
  • Vouw het tweelingzakje op de scheurrand (met de geprinte kant naar buiten toe) en hang deze over een stam, tak of draad.
  • Maak een goede verdeling in het gewas.
  • Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen. 
  • Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken.

Bugline Linten: 
  • Plaats het lint horizontaal tussen het gewas met de geprinte kant naar boven toe. 
  • Maak een goede verdeling in het gewas.
  • Let erop dat het papier niet op natte grond of gewas ligt.
  • Voor een optimale verdeling dienden de planten elkaar te raken. Zodat ze van de ene naar de plant over kunnen lopen. 
  • Herhaal de introductie binnen vier tot zes weken

Video

  • Bekijk in de onderstaande video hoe je de montdorensis wordt ingezet

Verpakking varianten Transeius montdorensis

Transeius montdorensis  wordt veelal geleverd onder de naam MONcontrol en is verkrijgbaar in diverse verpakkingen en samenstellingen:
  • Zakjes en Linten
    • Moncontrol Zakjes met en zonder haak
      • Doos van 500 zakjes
      • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten
      • Doos met 500 zakjes.
      • Waterbestendige tweelingzakjes, Deze zijn met name geschikt voor teelten waarbij van bovenaf water wordt gegeven. 
      • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten

  • Bugline monty
    • Waterbestendig zakjes.
    • Lint bestaande uit aaneenschakeling van kweekcellen (zakjes).
    • Verkrijgbaar in verschillende lengtes lint.
    • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten.

  • Montyline Stick
    • Doos met 1000 waterbestendige zakjes op een stokje
    • Bevat zemelen, roofmijten en voermijten

Keuzetabel

 

Product

 

Verpakking

Sierteelt/

Groenteteelt

 

Bijvoeren Powerfood 

(plus) 3.0

 

Voordelen

Moncontrol Plus zakjes

500 zakjes

Beide

Niet nodig

Betere vochthuishouding t.o.v. normale zakjes

Moncontrol Turbo zakjes

 

500 zakjes

Beide

Niet nodig

Snellere uitloop uit kweekzakje

Moncontrol zakjes met haak

 

500 zakjes

Beide

Niet nodig

Normale uitloop uit kweekzakje

Moncontrol zakjes zonder haak

500 zakjes

Beide

Niet nodig

Kunnen makkelijk in het gewas worden opgehangen

Montyline stick 

1000 zakjes

Beide

Niet nodig

Eenvoudig plaatsen van zakje in pot of tray

Moncontrol

50.000 st

500.000 st

Beide

ja

Los strooimateriaal

Montyline gemini

500 zakjes

Sierteelt

Niet nodig

Waterbestendig zakje

Bugline monty

6x100 meter

6x160 meter

Sierteelt

Niet nodig

Waterbestendig tegen regenen

In vroeg stadium over het gewas of bed te leggen

Ideaal voor Chrysant, Gerbera en potplanten

Moncontrol Sawdust

500.000 st

Sierteelt

Ja

Minder residu op gewas van strooimateriaal

Moncontrol Vegetable mix

500.000 st

Groenteteelt

Ja

Speciaal product voor de groenteteelt

Moncontrol Flower mix

500.000 st

Sierteelt

Ja

Speciaal product voor de sierteelt

Opslag van Transeius montdorensis

De roofmijten moeten na levering zo snel mogelijk worden ingezet in het gewas. De mijten produceren warmte en CO2 en bij hoge temperaturen zullen ze bij langdurige opslag sterk in kwaliteit en kwantiteit achteruit gaan. Als direct inzetten niet mogelijk is moeten ze gekoeld worden om hoge temperaturen in de zakken te voorkomen. De optimale temperatuur bij opslag is 15-18°C bij 80% Relatieve Luchtvochtigheid.

Kwaliteitscontrole roofmijten 

Raadpleeg hier het kwaliteitsprotocol voor roofmijten.
Paprikakwekerij Bestpeppers
Bertus van Dijk - Paprikakwekerij Bestpeppers, Est ervaart:

"Snelle opbouw van Orius met Power Food Plus”

Lees verder >
Gerelateerde producten
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Kees Kouwenhoven neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Kees Kouwenhoven
Ook interessant voor jou
Kwaliteitscontrole protocollen voor roofmijten
Voor de verschillende soorten roofwantsen gelden verschillende kwaliteitscontrole protocollen. In deze protocollen vind je onder andere richtlijnen en instructies voor de opslag van deze producten, maar ook een quick scan controle.
Lees meer
Roofmijt als natuurlijke vijand  
De roofmijt is de natuurlijke vijand van onder andere spint, trips en wittevlieg en wordt daarom als biologische bestrijder ingezet.
Lees meer
Bijvoeren van natuurlijke vijanden 
Steeds meer telers zien het belang in van het bijvoeren van natuurlijke vijanden. Het is duurzaam en draagt bij aan de biologische strategie.
Lees meer
Categorieën:
BiologieGewasbescherming
Tags:
SierteeltGroenteteeltArtikelVideo