Uiterlijke kenmerken en ontwikkeling van Pytoseiulus persimilis
Een volwassen Phytoseiulus herken je aan het oranje tot rood gekleurde lichaam, dat de vorm heeft van een druppel. De ontwikkelingsstadia van de roofmijt bestaan uit: ei, larve, eerste-, tweede nimfenstadia en volwassen mijt. De volwassen roofmijten zijn ongeveer 0.6 mm groot, mannetjes zijn iets kleiner dan vrouwtjes. De eieren van de roofmijt zijn t.o.v. de spint eieren twee keer zo groot en hebben lichtroze kleur en zijn ovaal van vorm. De eitjes van de spint zijn rond. De larven en nimfen hebben ook een lichtroze kleur. Een volwassen roofmijt legt, bij gunstige omstandigheden, tot wel 6 eieren per dag. Deze komen binnen enkele dagen uit.
De ontwikkeling van ei tot ei ligt rond de negen dagen bij 20° en zeven dagen bij 25°. Temperaturen onder de 18° en boven de 30° hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling. De optimale luchtvochtigheid licht boven de 60%. Omdat Phytoseiulus sneller ontwikkelt dan spint is de roofmijt in staat een spint aantasting onder controle te krijgen.
Door de vraatzucht en omdat de ontwikkelingssnelheid van een Phytoseiulus twee keer zo groot is als van een spint is de Phytoseiulus in staat een spintplaag op te ruimen.
In de winter ontwikkelt de roofmijt trager en zal hij spint veel minder snel kunnen opruimen.