Home > Kennisbank​​​​

De emelt is te herkennen aan zijn eerst witte maar later donker grauwe kleur en  is hierdoor wel slechter zichtbaar in de grond. Daarentegen is de larve wat betreft grootte wel eenvoudig waar te nemen, een emelt heeft namelijk een lengte van twee tot vijf cm. Verder hebben emelten geen poten en aan het uiteinde van het lichaam zijn er zes uitsteeksels te zien. In de volle grond vindt de meeste schade plaats na de winterrust, van half maart tot eind mei.

De levenscyclus van een emelt bestaat uit: adult, ei en vier larvale stadia. De weidelangpootmug komt het meeste voor. Ze vliegen vanaf augustus tot half oktober. De eitjes worden gelegd op de bodem in het gras en in spleten in de grond. Gemiddeld legt een volwassen langpootmug tussen de 400 en 1300 eieren. Deze eieren komen na ongeveer 10-15 dagen uit. In het najaar tot en met het voorjaar trekken de larven zich, dieper,  terug in de grond om zichzelf te beschermen tegen de kou. In die maanden doorloopt de emelt de verschillende larvale stadia. Eind mei/begin juni hebben de emelten hun groeistadium voltooid en is het tijd voor de verpopping. Na bijna twee weken is de emelt verpopt tot langpootmug.  

De emelt kan enorm veel schade veroorzaken, vooral in de maanden na de winterrust, van half maart tot eind mei. De emelten voeden zich met dood organisch materiaal, de grotere emelten eten ook levende plantendelen zoals plantenwortels. De larven kunnen, vooral als ze in groten getale voorkomen, veel schade aanrichten. Bij hogere nachttemperaturen komen emelten bovengronds en vreten van gewasdelen op maaiveldhoogte. Onder glas zijn vooral jonge kiemplantjes niet veilig voor de emelt, met als gevolg dat de planten verzwakken en in het ergste geval dood gaan.

In de kas kan de emelt tot ver in de zomer schade veroorzaken zoals boven als ondergronds door plantendelen te eten in diverse gewassen.

Bij de bestrijding van emelten is het moment cruciaal. De larven zijn namelijk alleen te bestrijden met aaltjes in het eerste en tweede larvale stadium. In stadia drie en vier is bestrijding nauwelijks tot niet meer mogelijk, omdat de larven dan te ver ontwikkeld zijn. Daarom is bestrijding in het najaar het meest effectief. Je bestrijdt de emelten het beste met behulp van het parasitaire aaltje Steinernema feltiae. De beste bestrijdingsperiode is september, oktober twee weken na de vlucht van de langpootmuggen, bij een bodemtemperatuur van 10°C en hoger. De dosering van Steinernema feltiae is 500.000 aaltjes/m².

Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Kees Kouwenhoven neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur.