Slawortelboorder signaleren
Het volwassen stadium van de slawortelboorder is het eenvoudigst te signaleren. De vlinder heeft een spanwijdte van 2,5 tot 4 centimeter. Mannelijke en vrouwelijke slawortelboorders hebben iets andere vleugels. Bij beide zijn de achtervleugels geelgrijs van kleur, maar bij mannetjes zijn deze over het algemeen iets kleiner. Ook de voorvleugels zijn anders. Waar de voorvleugels van vrouwtjes bruingeel van kleur zijn, hebben die van mannetjes daarbij vaak een witte tekening. Soms ziet deze tekening eruit als een omgekeerde V.
De slawortelboorder legt haar eieren tijdens het vliegen, tot wel 300 stuks per keer. Hierdoor verspreidt de plaag zich snel in het gewas. De eieren zijn 0,5 mm groot en vrijwel rond. Na het leggen zijn ze wit, maar in korte tijd verkleuren ze zwart. De rupsen die uit de eieren komen, zijn 6 à 7 mm groot en doorzichtig tot wit van kleur. Je ziet vaak een lange, donkerbruine tot zwarte streep van voren naar achteren door het lichaam lopen, dit zijn de ingewanden van de slawortelboorder. Ook hebben ze een bruine kop. Na verloop van tijd groeien de rupsen in lengte en kunnen ze tot wel 4 centimeter lang worden.
De rupsen van de slawortelboorder zijn heel beweeglijk. Ze leven in de grond en verpoppen zich hier ook. Voordat ze dit doen, maken ze een gang naar de oppervlakte van de grond, zodat ze na het verpoppen een uitweg hebben. Zie je kleine, ronde gaatjes in de grond, dan kan dit dus wijzen op de aanwezigheid van slawortelboorder. De pop zelf is ongeveer 2 cm en bruin van kleur. Wanneer de pop is uitgekomen kun je een bruin velletjes terugvinden naast het uitvlieggat.