Welke organismen bevinden zich in de rhizosfeer?
In de rhizosfeer van een plant komen verschillende micro-organismen terug. Niet alleen schimmels, maar ook bacteriën en nematoden zijn aanwezig in de rhizosfeer.
Niet in alle teelten of substraten komen dezelfde micro-organismen voor. Welke micro-organismen in welke mate aanwezig zijn, is afhankelijk van de teelt, maar ook van het substraat. Zo komen er in steenwolmatten weinig tot geen micro-organismen terug. In de volle grond, een mengsel met perliet, of in een kokosmat krijgt het bodemleven meer ruimte en mogelijkheden om zich tot een gezonde variëteit te ontwikkelen.
Hoe natuurlijker het substraat is en hoe meer organische stof het bevat, hoe hoger de activiteit van het bodemleven. Hoe actiever de micro-organismen in het bodemleven zijn, hoe beter de bodemweerbaarheid.
Echter, binnen elk type substraat zijn chemische, fysische en biologische factoren, die het bodemleven positief of negatief beïnvloeden. De factoren die een belangrijke rol spelen in het substraat zijn:
Organische stofgehalte
Het organische stofgehalte in de bodem is afkomstig van planten en micro-organismen. Het wordt geleverd door de plantenwortels en bladeren. Het organische stofgehalte draagt bij aan de voeding, maar is ook het ‘huis’ van het bodemleven. Dit ‘huis’ bestaat dan ook uit alles wat een koolstofbron heeft. Hoe hoger het gehalte aan organische stof is, hoe beter de waterhuishouding in de bodem. Dit betekent een betere buffering van voedingsnutriënten. Bij een laag gehalte aan organische stof, is het advies om het langzaam te verhogen. Dit kan door het gebruik van houtvezel, waarbij wel rekening dient te worden gehouden met het feit dat dit stikstof in de bodem kan vastleggen. Als je hier geen rekening mee houdt, kan er een
tekort ontstaan aan stikstof.pH-waarde
De pH-waarde van het substraat is belangrijk voor de aanwezigheid van micro-organismen in de rhizosfeer. De twee uitersten van de pH-waarde zijn zuur (pH lager dan 7 en dus een hoge zuurgraad) of basisch (pH hoger dan 7 en dus een lage zuurgraad). Bij een neutrale of basische grond zien we de meeste bacteriën. Bij een zure grond, waarbij de pH-waarde onder de 5,5 ligt, overheersen de schimmels juist.
Meer informatie over pH-waarde in de glastuinbouw?Watergehalte
Het watergehalte in het substraat speelt ook een grote rol. Over het algemeen houden bacteriën namelijk van
een vochtige omgeving. Als de plant droog heeft gestaan, is daarom ook een verschuiving te zien naar ‘gram positieve’ bacteriën. Deze bacteriën vormen sporen, waardoor ze een droge periode kunnen overbruggen. Je kan dus aannemen dat ‘gram positieve bacteriën’ in de plant aanwezig zijn als noodoplossing, doordat de plant
droogtestress heeft ervaren.
EC-waarde
Een hoge EC-waarde heeft over het algemeen een negatieve invloed op het bodemleven. Ondanks dat bacteriën minder snel last hebben van een hoog EC, hebben ze wel een grens.
Mycorrhiza schimmels daarentegen kunnen niet leven in een substraat met een hoge EC-waarde.
Temperatuur
De temperatuur in een substraat of in de grond is belangrijk. Het dient tenslotte als de leefomgeving van het bodemleven. De juiste temperatuur in de rhizosfeer zorgt voor een actief bodemleven, wat het gewas versterkt en een weerbare bodem als gevolg heeft. Zowel hoge als lage temperaturen verslechteren de activiteit van schimmels en bacteriën. Een temperatuur rond het vriespunt en een temperatuur boven de 40°C zal nagenoeg nooit een actief bodemleven betekenen. Bij 80°C en hoger, het punt van ontsmetting, gaan de levende organismen in de bodem zelfs dood.Maar wat is nu de juiste temperatuur om het bodemleven zoveel mogelijk te stimuleren?
Volgens onze productspecialist plantweerbaarheid is dit bij een temperatuur tussen de 20°C en 40°C.Bij de aanwezigheid van schadelijke nematoden heeft de temperatuur van het substraat maar beperkt invloed, aangezien dit hardnekkige micro-organismen zijn. Wanneer de juiste temperatuur voor het overige bodemleven wordt aangehouden en als er vleesetende schimmels aanwezig zijn, kunnen nematoden het beste worden bestreden.
Zuurstof
Alle micro-organismen hebben baat bij een hoog zuurstofgehalte. Maar hoe zorg je voor een zuurstofrijk substraat? Er zijn verschillende manieren om zuurstof in het substraat omhoog te brengen. Ten eerste krijg je gemakkelijker een zuurstofrijk substraat, bij een
luchtige bodemstructuur. Hoe luchtiger de bodem, hoe zuurstofrijker de bodem is. Dit kun je creëren door bijvoorbeeld hout of perliet aan de bodem toe te voegen. Als een goede bodemstructuur al aan de orde is, kun je werken met zuurstofrijk gietwater. Maak je gebruik van zuurstofarm gietwater, dan bestaat de kans dat hier zich nitriet in ophoopt. Dit kan leiden tot plantschade en
plantenstress.Chemie
Het gebruik van chemie is soms onvermijdelijk is. Het is belangrijk om te weten dat dit niet bijdraagt aan de ontwikkeling van een divers bodemleven. Schimmels en bacteriën kunnen chemische middelen over het algemeen niet goed verdragen. De ‘gram positieve bacteriën’ kunnen chemie beter verdragen dan andere bacteriën en schimmels, door de ‘sporenvorming’ die zij achterlaten. Ondanks dat zij er beter tegen kunnen, wordt de aanwezigheid van deze bacteriën alsnog niet gestimuleerd bij het gebruik van chemische middelen.