Home ​​​​>​​​​ Kennisbank​​​​

Wat is het verschil tussen foggen en LVM?

Als teler kan je ervoor kiezen om een gewasbeschermingsmiddel te spuiten, maar je kan – afhankelijk van het gewas, de plaag en het middel – er ook voor kiezen om een ruimtebehandeling uit te voeren. In dat laatste geval zijn er twee opties: foggen en LVM. Bij beide technieken vernevel je een gewasbeschermingsmiddel in het gewas. Toch zijn er verschillen tussen foggen en LVM. In dit artikel zet onze specialist deze verschillen op een rij.
Foggen en LVM
Frank Schoenmakers
Productspecialist Mechanisatie | 18 juni 2019 | 4 min. lezen

Werkingsprincipe foggen en LVM

Foggen en LVM kennen ten eerste een ander werkingsprincipe. Een fogapparaat, bijvoorbeeld een Pulsfog, vernevelt een gewasbeschermingsmiddel thermisch met behulp van straalmotoren. Sproeiers injecteren de vloeistof in de straalpijp, waardoor uniforme druppels ontstaan van zo’n 30 tot 80 micron. Deze worden met grote kracht uitgestoten, waardoor fogapparatuur een groot bereik (grote worp) heeft. 

LVM staat voor Low Volume Mist en werkt ook op basis van verneveling, maar hier zit een andere techniek achter. Bij LVM wordt een gewasbeschermingsmiddel koud verneveld met behulp van perslucht, vacuümpompen of luchtpompen. Hierbij ontstaan heel kleine druppels van zo’n 5 tot 15 micron. Deze fijne nevel is ideaal voor doordringing in dichte gewassen.

Vernevelcapaciteit

Een ander verschil tussen foggen en LVM is de vernevelcapaciteit. Een fogapparaat kan – afhankelijk van de grootte – tot wel 60 liter per uur vernevelen. In de praktijk betekent dit dat je 2 à 3 hectare per uur kan behandelen. De vernevelcapaciteit van een LVM-apparaat ligt over het algemeen een stuk lager.

Mobiliteit en verdeling

Een fogapparaat werkt op benzine en is hierdoor wendbaarbaar. Hierdoor heb je de verdeling zelf in de hand, want je kan het apparaat eenvoudig door de kas verplaatsen. Bij LVM is dit niet het geval: dit apparaat heeft een elektriciteit aansluiting nodig en zet je op één plek neer. Het apparaat werkt vervolgens een automatisch programma af waarbij de ruimte wordt voorgeventileerd, geneveld, leidingwerk wordt automatisch nagespoeld en eventueel indien nodig ook na geventileerd.

Voor verdeling van het middel in het gewas heb je bij LVM de klimaatventilatoren nodig ter ondersteuning. Hoeveel ventilatoren je nodig hebt, is afhankelijk van het aantal m³ lucht in de kas, de capaciteit van de ventilator en het type ventilator. Laat je hierover altijd goed adviseren. 

Het is niet gebruikelijk om ventilatoren aan te schaffen puur voor het gebruik van een LVM (met andere woorden: vaak wordt er alleen voor LVM gekozen als er al ventilatoren aanwezig zijn in de kas), maar het kan wel zo zijn dat je een aantal extra ventilatoren nodig hebt. Dit heeft invloed op de terugverdientijd.  

Tijd

Een fogapparaat moet dus telkens worden verplaatst, waardoor je tijdens de ruimtebehandeling aanwezig moet zijn. Een LVM-apparaat hoeft niet verplaatst te worden en kan je van tevoren instellen, waardoor je weg kan. Anderzijds duurt het complete LVM-proces wel langer, omdat je eerst moet voorventileren. Ook duurt het vernevelen op zich langer dan bij foggen. 

Gerelateerde producten
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Frank Schoenmakers neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 

Wat is het verschil tussen foggen en LVM?

Als teler kan je ervoor kiezen om een gewasbeschermingsmiddel te spuiten, maar je kan – afhankelijk van het gewas, de plaag en het middel – er ook voor kiezen om een ruimtebehandeling uit te voeren. In dat laatste geval zijn er twee opties: foggen en LVM. Bij beide technieken vernevel je een gewasbeschermingsmiddel in het gewas. Toch zijn er verschillen tussen foggen en LVM. In dit artikel zet onze specialist deze verschillen op een rij.
Zoek in de Kennisbank
​​​​Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.​​​​
Frank Schoenmakers
Frank Schoenmakers
Productspecialist Mechanisatie | 18 juni 2019 | 4 min. lezen
Deel dit artikel
Foggen en LVM

Werkingsprincipe foggen en LVM

Foggen en LVM kennen ten eerste een ander werkingsprincipe. Een fogapparaat, bijvoorbeeld een Pulsfog, vernevelt een gewasbeschermingsmiddel thermisch met behulp van straalmotoren. Sproeiers injecteren de vloeistof in de straalpijp, waardoor uniforme druppels ontstaan van zo’n 30 tot 80 micron. Deze worden met grote kracht uitgestoten, waardoor fogapparatuur een groot bereik (grote worp) heeft. 

LVM staat voor Low Volume Mist en werkt ook op basis van verneveling, maar hier zit een andere techniek achter. Bij LVM wordt een gewasbeschermingsmiddel koud verneveld met behulp van perslucht, vacuümpompen of luchtpompen. Hierbij ontstaan heel kleine druppels van zo’n 5 tot 15 micron. Deze fijne nevel is ideaal voor doordringing in dichte gewassen.

Vernevelcapaciteit

Een ander verschil tussen foggen en LVM is de vernevelcapaciteit. Een fogapparaat kan – afhankelijk van de grootte – tot wel 60 liter per uur vernevelen. In de praktijk betekent dit dat je 2 à 3 hectare per uur kan behandelen. De vernevelcapaciteit van een LVM-apparaat ligt over het algemeen een stuk lager.

Mobiliteit en verdeling

Een fogapparaat werkt op benzine en is hierdoor wendbaarbaar. Hierdoor heb je de verdeling zelf in de hand, want je kan het apparaat eenvoudig door de kas verplaatsen. Bij LVM is dit niet het geval: dit apparaat heeft een elektriciteit aansluiting nodig en zet je op één plek neer. Het apparaat werkt vervolgens een automatisch programma af waarbij de ruimte wordt voorgeventileerd, geneveld, leidingwerk wordt automatisch nagespoeld en eventueel indien nodig ook na geventileerd.

Voor verdeling van het middel in het gewas heb je bij LVM de klimaatventilatoren nodig ter ondersteuning. Hoeveel ventilatoren je nodig hebt, is afhankelijk van het aantal m³ lucht in de kas, de capaciteit van de ventilator en het type ventilator. Laat je hierover altijd goed adviseren. 

Het is niet gebruikelijk om ventilatoren aan te schaffen puur voor het gebruik van een LVM (met andere woorden: vaak wordt er alleen voor LVM gekozen als er al ventilatoren aanwezig zijn in de kas), maar het kan wel zo zijn dat je een aantal extra ventilatoren nodig hebt. Dit heeft invloed op de terugverdientijd.  

Tijd

Een fogapparaat moet dus telkens worden verplaatst, waardoor je tijdens de ruimtebehandeling aanwezig moet zijn. Een LVM-apparaat hoeft niet verplaatst te worden en kan je van tevoren instellen, waardoor je weg kan. Anderzijds duurt het complete LVM-proces wel langer, omdat je eerst moet voorventileren. Ook duurt het vernevelen op zich langer dan bij foggen. 

Gerelateerde producten
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Frank Schoenmakers neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Frank Schoenmakers
Ook interessant voor jou
Hoe stel je een controle schema voor machines op?
Het regelmatig controleren van machines is van groot belang voor een zo goed mogelijk draaiend bedrijf en voor het waarborgen van de werkveiligheid. Dit voorkomt ook stilstand.
Hoe controleer je een spuitboom?
Een spuitboom is een veelgebruikt apparaat in de tuinbouw. Om de levensduur van een spuitboom te verlengen, is het raadzaam om deze regelmatig te controleren.


Wat zijn de voor- en nadelen van ruimtebehandeling?
Ruimtebehandeling is een laag volume techniek, waarbij met behulp van een Pulsfog of een Enbar LVM het middel door verneveling wordt verspreid en ziektes en plagen bestreden worden.