Home > Kennisbank​​​​

Wat is het belang van een lage retourtemperatuur?

Een verwarmingssysteem heeft altijd twee leidingen: door de ene leiding wordt het warme water de kas in gepompt en door de andere leiding wordt het afgekoelde water (retourwater) teruggepompt naar de ketel of andere warmte-opwekking. Als het retourwater ook nog wordt gebruikt voor het afkoelen van rookgassen of terug gaat in een aardwarmtebron, moet de temperatuur zo laag mogelijk zijn. Met een lage retourtemperatuur kunnen de rookgassen tot ver onder het dauwpunt afgekoeld worden, waardoor er meer energie uit de rookgassen wordt gehaald. Bij aardwarmte of een warmtecluster wordt er met een lage retourtemperatuur zoveel mogelijk energie nuttig gebruikt; energie die anders onbenut zou blijven. Kortom: het is dus belangrijk dat de retourtemperatuur van dit water zo laag mogelijk is. In dit artikel geven we meer uitleg over het belang en de voordelen van een lage retourtemperatuur.
Ketel in bedrijfsruimte
Horti-Cultura
25 november 2018 | 4 min. lezen

Wat is retourtemperatuur? 

De retourtemperatuur is de temperatuur van het water in het buizensysteem nadat warmte is afgegeven in de kas. Het verschil tussen aanvoertemperatuur en retourtemperatuur (de delta T ten gevolge van de warmteafgifte) van het water ontstaat tijdens het transport door het verwarmingssysteem. Een lage retourtemperatuur is o.a. belangrijk voor: 
  • Betere benutting van de condensors van WKK en/of ketel 
  • Hoger rendement uit elke m³ aardgas
  • Voorbereiding op aansluiting op warmtecluster of aardwarmte
  • Grotere nuttige capaciteit warmte opslagtank
Verder lezen?
Dit is een premium artikel. Wil je het hele artikel lezen? Log in en krijg direct toegang tot het hele artikel.

Heb je nog geen account? Maak dan kosteloos een account aan. Zodra wij je aanvraag hebben verwerkt krijg je toegang tot het hele artikel.

Welke factoren zijn van invloed op de retourtemperatuur?

De hoogte van de retourtemperatuur is afhankelijk van een aantal factoren:
  1. Aanvoertemperatuur
  2. Flow (doorvoerhoeveelheid) 
  3. Omgevingstemperatuur
  4. Luchtstroming
  5. Retourvervuiling

Aanvoer-temperatuur, flow en omgevings-temperatuur

De eerste drie factoren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De aanvoertemperatuur, de flow en de omgevingstemperatuur in de kas bepalen de warmteafgifte van de buis en dus ook de temperatuur van het water dat weer terugstroomt in de retourleiding. Als één van deze factoren verandert, heeft dat invloed op de overige factoren. 

Verlaagt bijvoorbeeld de flow terwijl de aanvoer- en omgevingstemperatuur hetzelfde blijven, dan gaat het water langzamer rond. Hierdoor dalen warmteafgifte en daarmee dus ook de retourtemperatuur. Wil je de warmteafgifte in dit geval hetzelfde houden, dan zal de aanvoertemperatuur omhoog moeten.
 
Bij een stijgende omgevingstemperatuur neemt het convectiedeel van de warmteafgifte af en neemt het stralingsdeel toe. Bij de buistemperaturen die telers in kassen hanteren, is de verhouding tussen convectie en straling ongeveer 50% - 50%. Een stijgende omgevingstemperatuur is nadelig voor de convectie van de buis.

Luchtstroming

Om een verwarmingsbuis goed warmte af te laten geven of uit te koelen, heb je een onbelemmerde luchtstroming rondom de buis nodig. Met andere woorden: het is essentieel dat de omgevingslucht goed in contact kan komen met de buis en dat er op natuurlijke wijze een circulatie op gang komt. Buizen moet daarom “vrij” hangen (laag-temperatuur slangennet) of liggen (buisrailsysteem).  De luchtstroom zorgt er vervolgens voor dat zowel de warmte als ook het vocht en de CO2 gelijkmatig door de kas verdeeld worden.

Retourvervuiling

De laatste factor die invloed heeft op de retourtemperatuur, is de retourvervuiling. Hierbij kun je denken aan niet-optimaal functionerende installatieonderdelen, zoals:
  • Ongeregelde verwarmingsgroepen die wel circuleren, maar geen of weinig afgifte hebben;
  • Een by-pass die open staat;
  • Een koppelkraan tussen de aanvoer en retour aan het einde van de transportleiding;
  • Doorlekkende mengkleppen (is dicht ook echt dicht);
  • Retour van een laag temperatuurnet die gemengd wordt met de retour van een hoog temperatuurnet.
Deze factoren zorgen ervoor dat er heet aanvoerwater in de retour komt, waardoor de retourtemperatuur vervuilt (verhoogt). 

Hoe realiseer je een lagere retourtemperatuur?

Een lagere retourtemperatuur is op veel manieren te realiseren. Soms is een schakeling op een laagtemperatuur verwarmingsnet al voldoende om een substantiële besparing te realiseren. Andere mogelijke maatregelen zijn het aanpassen van het stookregime, het in cascade schakelen van groepen of het inregelen van de transportleiding. 

Een eenduidig antwoord op de vraag hoe je een lagere retourtemperatuur realiseert, is dus niet te geven, omdat dit afhankelijk is van de lay-out van de huidige verwarmingsinstallatie. Elke bedrijfssituatie is anders en moet apart berekend worden. Laat je hier dus altijd goed over adviseren. 

Wat zijn de voordelen van een lagere retourtemperatuur?

Een investering in het verlagen van de retourtemperatuur verdient zichzelf terug; het verlagen van de retourtemperatuur van 50⁰C naar 30⁰C kan in theorie zelfs zorgen voor een vermogenswinst van 5%. Door water met een lagere retourtemperatuur over de condensor van de WKK of de ketel te sturen, condenseren de rookgassen namelijk beter. Hierdoor wordt er meer warmte uit de rookgassen teruggewonnen, die anders via de schoorsteen zou verdwijnen. Ook levert het een hoger rendement op van elke m³ aardgas. Bij een WKK is de retourtemperatuur nog veel belangrijker dan bij een ketel, omdat rookgassen bij een WKK pas goed condenseren bij een lagere temperatuur. Dit komt door de grotere luchtovermaat bij het stoken.

Verder kan een lagere retourtemperatuur zorgen voor 10 tot 20% meer energieopslagcapaciteit in de opslagtank. 
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en wij nemen contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 

Wat is het belang van een lage retourtemperatuur?

Een verwarmingssysteem heeft altijd twee leidingen: door de ene leiding wordt het warme water de kas in gepompt en door de andere leiding wordt het afgekoelde water (retourwater) teruggepompt naar de ketel of andere warmte-opwekking. Als het retourwater ook nog wordt gebruikt voor het afkoelen van rookgassen of terug gaat in een aardwarmtebron, moet de temperatuur zo laag mogelijk zijn. Met een lage retourtemperatuur kunnen de rookgassen tot ver onder het dauwpunt afgekoeld worden, waardoor er meer energie uit de rookgassen wordt gehaald. Bij aardwarmte of een warmtecluster wordt er met een lage retourtemperatuur zoveel mogelijk energie nuttig gebruikt; energie die anders onbenut zou blijven. Kortom: het is dus belangrijk dat de retourtemperatuur van dit water zo laag mogelijk is. In dit artikel geven we meer uitleg over het belang en de voordelen van een lage retourtemperatuur.
Zoek in de Kennisbank
​​​​Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.​​​​
Ben Peters
Horti-Cultura
25 november 2018 | 4 min. lezen
Deel dit artikel
Ketel in bedrijfsruimte
Onderwerpen in dit artikel

Wat is retourtemperatuur? 

De retourtemperatuur is de temperatuur van het water in het buizensysteem nadat warmte is afgegeven in de kas. Het verschil tussen aanvoertemperatuur en retourtemperatuur (de delta T ten gevolge van de warmteafgifte) van het water ontstaat tijdens het transport door het verwarmingssysteem. Een lage retourtemperatuur is o.a. belangrijk voor: 
  • Betere benutting van de condensors van WKK en/of ketel 
  • Hoger rendement uit elke m³ aardgas
  • Voorbereiding op aansluiting op warmtecluster of aardwarmte
  • Grotere nuttige capaciteit warmte opslagtank
Verder lezen?
Dit is een premium artikel. Wil je het hele artikel lezen? Log in en krijg direct toegang tot het hele artikel.
Heb je nog geen account? Maak dan kosteloos een account aan. Zodra wij je aanvraag hebben verwerkt krijg je toegang tot het hele artikel.

Welke factoren zijn van invloed op de retourtemperatuur?

De hoogte van de retourtemperatuur is afhankelijk van een aantal factoren:
  1. Aanvoertemperatuur
  2. Flow (doorvoerhoeveelheid) 
  3. Omgevingstemperatuur
  4. Luchtstroming
  5. Retourvervuiling

Aanvoertemperatuur, flow en omgevingstemperatuur

De eerste drie factoren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De aanvoertemperatuur, de flow en de omgevingstemperatuur in de kas bepalen de warmteafgifte van de buis en dus ook de temperatuur van het water dat weer terugstroomt in de retourleiding. Als één van deze factoren verandert, heeft dat invloed op de overige factoren. 

Verlaagt bijvoorbeeld de flow terwijl de aanvoer- en omgevingstemperatuur hetzelfde blijven, dan gaat het water langzamer rond. Hierdoor dalen warmteafgifte en daarmee dus ook de retourtemperatuur. Wil je de warmteafgifte in dit geval hetzelfde houden, dan zal de aanvoertemperatuur omhoog moeten.
 
Bij een stijgende omgevingstemperatuur neemt het convectiedeel van de warmteafgifte af en neemt het stralingsdeel toe. Bij de buistemperaturen die telers in kassen hanteren, is de verhouding tussen convectie en straling ongeveer 50% - 50%. Een stijgende omgevingstemperatuur is nadelig voor de convectie van de buis.

Luchtstroming

Om een verwarmingsbuis goed warmte af te laten geven of uit te koelen, heb je een onbelemmerde luchtstroming rondom de buis nodig. Met andere woorden: het is essentieel dat de omgevingslucht goed in contact kan komen met de buis en dat er op natuurlijke wijze een circulatie op gang komt. Buizen moet daarom “vrij” hangen (laag-temperatuur slangennet) of liggen (buisrailsysteem).  De luchtstroom zorgt er vervolgens voor dat zowel de warmte als ook het vocht en de CO2 gelijkmatig door de kas verdeeld worden.

Retourvervuiling

De laatste factor die invloed heeft op de retourtemperatuur, is de retourvervuiling. Hierbij kun je denken aan niet-optimaal functionerende installatieonderdelen, zoals:
  • Ongeregelde verwarmingsgroepen die wel circuleren, maar geen of weinig afgifte hebben;
  • Een by-pass die open staat;
  • Een koppelkraan tussen de aanvoer en retour aan het einde van de transportleiding;
  • Doorlekkende mengkleppen (is dicht ook echt dicht);
  • Retour van een laag temperatuurnet die gemengd wordt met de retour van een hoog temperatuurnet.
Deze factoren zorgen ervoor dat er heet aanvoerwater in de retour komt, waardoor de retourtemperatuur vervuilt (verhoogt). 

Hoe realiseer je een lagere retourtemperatuur?

Een lagere retourtemperatuur is op veel manieren te realiseren. Soms is een schakeling op een laagtemperatuur verwarmingsnet al voldoende om een substantiële besparing te realiseren. Andere mogelijke maatregelen zijn het aanpassen van het stookregime, het in cascade schakelen van groepen of het inregelen van de transportleiding. 

Een eenduidig antwoord op de vraag hoe je een lagere retourtemperatuur realiseert, is dus niet te geven, omdat dit afhankelijk is van de lay-out van de huidige verwarmingsinstallatie. Elke bedrijfssituatie is anders en moet apart berekend worden. Laat je hier dus altijd goed over adviseren. 

Wat zijn de voordelen van een lagere retourtemperatuur?

Een investering in het verlagen van de retourtemperatuur verdient zichzelf terug; het verlagen van de retourtemperatuur van 50⁰C naar 30⁰C kan in theorie zelfs zorgen voor een vermogenswinst van 5%. Door water met een lagere retourtemperatuur over de condensor van de WKK of de ketel te sturen, condenseren de rookgassen namelijk beter. Hierdoor wordt er meer warmte uit de rookgassen teruggewonnen, die anders via de schoorsteen zou verdwijnen. Ook levert het een hoger rendement op van elke m³ aardgas. Bij een WKK is de retourtemperatuur nog veel belangrijker dan bij een ketel, omdat rookgassen bij een WKK pas goed condenseren bij een lagere temperatuur. Dit komt door de grotere luchtovermaat bij het stoken.

Verder kan een lagere retourtemperatuur zorgen voor 10 tot 20% meer energieopslagcapaciteit in de opslagtank. 
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en wij nemen contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Ben Peters