Home > Kennisbank​​​​

Hoe start je de nieuwe teelt na de teeltwisseling?

Zodra het gewas uitgeruimd en de kas gereinigd is, is het tijd om te beginnen aan de laatste stap van de teeltwisseling: de start van de nieuwe teelt. Hierbij worden de nieuwe materialen zoals het AC-folie, het gronddoek en de substraatmatten in de kas geplaatst, waarna de jonge planten de kas in kunnen. Hierbij is het handig om met het oog op werkgemak en efficiëntie een bepaalde volgorde aan te houden. In dit artikel zet onze specialist de verschillende stappen voor de start van de nieuwe teelt op een rij.
Teeltwisseling
Tom de Haas
Productspecialist Meststoffen | 29 november 2019 | 4 min. lezen

1. Verwarmingsbuizen verven

Door temperatuurwisselingen, hoge luchtvochtigheid, slijtage door buisrailwagens en roestvorming, ontstaan er gedurende het teeltseizoen beschadigingen in de verflaag op de verwarmingsbuizen in de kas. Dit heeft een negatieve invloed op de warmteafgifte en de lichtopbrengst. Daarom is het aan te raden om jaarlijks tijdens de teeltwisseling de verwarmingsbuizen in de kas te verven.

2. Gronddoek plaatsen/ plastic intrekken

De meeste telers kiezen ervoor om het gronddoek meerdere jaren te gebruiken. Is het gronddoek toe aan vervanging, start hier dan als eerste mee tijdens de teeltwisseling, zodat je genoeg ruimte hebt. 

3. Gotenfoli intrekken

Gotenfolie is folie die je om de teeltgoten bevestigt. Het voorkomt residuvorming en ongewenste wortelgroei, het verlengt de levensduur van de teeltgoot en het maakt het schoonmaken van de goten tijdens de teeltwisseling een stuk eenvoudiger. Het intrekken van gotenfolie kan handmatig, maar gaat vele malen sneller met behulp van een afwikkelbok.
Hoe trek je folie in met een afwikkelblok? Bekijk deze video

4. AC-folie intrekken

De laatste jaren wordt er in de onbelichte groenteteelt steeds meer gebruik gemaakt van AC-folie bij de start van de teelt, om ervoor te zorgen dat er een warmer kasklimaat ontstaat voor de jonge planten. Bij het intrekken van het folie dien je rekening te houden met een aantal aandachtspunten.  

5. CO2-slangen trekken

CO2-slangen zijn vrij kwetsbaar, waardoor sommige telers ervoor kiezen om deze tijdens iedere teeltwisseling te vervangen. Wanneer ze tussen het gewas hangen en met de bladeren in aanraking komen, is dit vanuit hygiënisch oogpunt ook aan te raden. Het plaatsen van nieuwe CO2-slangen gaat het makkelijkst met behulp van gietdarmpijpjes. 

6. Loopfolie plaatsen

In de paden wordt vaak loopfolie geplaatst tussen de buisrail. Dit zorgt ervoor dat paden netjes blijven. Daarnaast zorgt het ervoor dat er geen onkruid kan groeien wanneer je geen gronddoek hebt. Heb je wel gronddoek, dan zorgt het ervoor dat het gronddoek minder snel slijt. 

7. Substraatmatten plaatsen

Een nieuwe teelt begint in veel gevallen met nieuw substraat, dit is namelijk hygiënischer dan het hergebruiken van substraatmatten. Het is hierbij wel belangrijk dat je de substraatmatten op de juiste manier plaatst. Verkeerd plaatsen kan namelijk negatieve gevolgen voor de teelt hebben.

8. Signaalrollen ophangen

Hang daarna de signaalrollen op. Dit kan je het beste doen voordat je de hogedraadhaken ophangt. Doe je dit andersom, dan kan het gebeuren dat de signaalrol tegen het touw van de haken terecht komt en ze aan elkaar vastplakken. Ook hoef je dan niet telkens de signaalrol over te pakken. 

Voor het eenvoudig bevestigen van signaalrollen, kan je gebruik maken van lintbeugels. Hier schuif je het lint in en tijdens de teelt kan je de lintbeugel mee omhoog schuiven. 
Hoe trek je folie in met een afwikkelblok? Bekijk deze video

9. Hogedraadhaken ophangen

De volgende stap is het ophangen van de hogedraadhaken. Hang boven ieder plantgat in de substraatmat een hogedraadhaak. Let hierbij goed op dat je de haken op de juiste manier ophangt en dat ze niet ondersteboven hangen. 

10. Stekers plaatsen

Bevestig de stekers weer aan de slangetjes van de druppelslang en steek ze in de substraatmat. Hierbij is het heel belangrijk dat je ze op de juiste diepte steekt. Als de steker namelijk niet diep genoeg geplaatst is, kan hij uit de mat vallen, waardoor de plant geen water krijgt of er droge plekken ontstaan in de mat. Wanneer je de steker anderzijds te diep in de mat steekt, dan zou je de mat lek kunnen prikken. 

11. Substraatmatten voldruppelen

Gewassen mogen niet op droge matten geplant worden. Druppel de substraatmatten daarom minimaal 48 uur voor het planten vol met de voedingsoplossing die geschikt is voor jouw gewas. Zorg dat de oplossing warm is (>18°C), zodat er geen koudeschok optreedt bij de jonge planten. Controleer of alle matten goed vol zijn. Bij een volle substraatmat bobbelt het verpakkingsfolie en is de voedingsoplossing aan de oppervlakte van de mat zichtbaar. Is de mat niet vol, vul deze dan handmatig bij met een gieter.

12. Substraatmatten inprikken

Om het teveel aan water uit de substraatmat te laten lopen, prik je vervolgens gaten in de mat.

13. Planten

Dan is het tijd om te planten. Een temperatuur tussen de 18°C en 28°C biedt de beste omstandigheden voor inworteling van de planten. Zorg er dus voor dat de kas en het substraat de juiste temperatuur hebben.

14. Vastzetten of vastclippen

Maak de planten direct vast aan het touw van de hogedraadhaken. Dit kan op twee manieren: door ze vast te knopen aan de plant (met een achtje) of door ze aan de plant vast te clippen. Zodra de planten vast zitten, kan je de stokken weghalen.

Het voordeel van het vastzetten met alleen touw is dat het minder arbeidsintensief is, maar bij deze methode worden welk vaker koppen gebroken. Vastclippen is duurder vanwege de prijs van de clips en de arbeid, maar hierbij is de kans op het breken van de koppen vele malen kleiner. 

15. Draingaten maken

In de periode na het poten, geef je beperkt water om het gewas naar de juiste balans te sturen. Je laat dan de mat interen tot het gewenste vochtgehalte in de mat. Als je dit niveau bereikt hebt, dan kun je starten met de normale watergift. Ook maak je dan draingaten in de substraatmat om te voorkomen dat de EC in de mat te hoog oploopt. Drainagegaten zijn sneeën van 2 tot 5 centimeter aan de onderkant van de mat. Maak je ze hoger, dan kan er een laagje water achterblijven in de substraatmat, waardoor wortelrot ontstaat. 
Hoe maak je draingaten? Bekijk deze video.

16. Schermmiddelen aanbrengen

Jonge planten hebben licht nodig om te kunnen groeien, maar een teveel aan licht kan zorgen voor schade. Vindt de start van de nieuwe teelt plaats in een periode waarin de zonkracht erg sterk is, zorg dan dat je tijdig schermmiddelen aanbrengt. Op die manier bescherm je de jonge planten en voorkom je hittestress en verbranding. 

17. Hygiënemaatregelen

Wanneer je de kas op de juiste manier hebt gereinigd en ontsmet, begin je de nieuwe teelt schoon. Dit wil je gedurende de teelt uiteraard zo houden. Daarom dien je de juiste maatregelen te treffen. Het opstellen van een hygiëneplan helpt je hierbij. Een hygiëneplan omvat een beschrijving van de hygiënemaatregelen die op jouw bedrijf worden getroffen en hoe vaak en/of op welke momenten deze maatregelen getroffen moeten worden. Denk daarbij aan handen- en voetendesinfectie, reiniging van materialen en waterontsmetting, maar ook aan een hygiëneprotocol voor bezoekers.

Een goed hygiëneplan wordt overigens steeds belangrijker door de afname van het aantal toegestane gewasbeschermingsmiddelen. Het is dus aan te raden om hier voldoende tijd aan te besteden. Dit helpt je om tijdens de teelt minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te maken. 

18. Hommelkasten plaatsen

Zodra de eerste bloei optreedt, wordt het tijd voor bestuiving. Dit is cruciaal voor een goed en gezond gewas: zonder bestuiving komen de meeste gewassen namelijk niet of niet optimaal tot ontwikkeling. Het is dan ook belangrijk dat je hommelkasten op de juiste manier plaatst. Lees hier hoe je dit doet. 

19. Clippen

De trossen van jonge planten kunnen snel knikken, beschadigen en/of scheuren naarmate ze groter worden en het gewicht toeneemt. Verschillende clips kunnen helpen om dit te voorkomen. Deze clips breng je een aantal weken na het planten aan om ze extra te ondersteunen. Let goed op bij het eerste rondje zakken dat je de plant niet te snel/te hard laat zakken of te ver opschuift, want dan kan de plant bij de onderstam scheuren. Om dit te voorkomen, kan je ook gebruik maken van een clip. 

Klaar voor de (nieuwe teelt) start

Nadat alle bovenstaande stappen doorlopen zijn en de kas weer volledig is ingericht, kan de nieuwe teelt van start gaan en kunnen over een aantal weken de eerste tomaten geoogst worden. 
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Tom de Haas neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 

Hoe start je de nieuwe teelt na de teeltwisseling?

Zodra het gewas uitgeruimd en de kas gereinigd is, is het tijd om te beginnen aan de laatste stap van de teeltwisseling: de start van de nieuwe teelt. Hierbij worden de nieuwe materialen zoals het AC-folie, het gronddoek en de substraatmatten in de kas geplaatst, waarna de jonge planten de kas in kunnen. Hierbij is het handig om met het oog op werkgemak en efficiëntie een bepaalde volgorde aan te houden. In dit artikel zet onze specialist de verschillende stappen voor de start van de nieuwe teelt op een rij.
Zoek in de Kennisbank
​​​​Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.​​​​
Categorieën:
Tom de Haas
Tom de Haas
Productspecialist Meststoffen | 29 november 2019 | 4 min. lezen
Deel dit artikel
Teeltwisseling
Onderwerpen in dit artikel

1. Verwarmingsbuizen verven

Door temperatuurwisselingen, hoge luchtvochtigheid, slijtage door buisrailwagens en roestvorming, ontstaan er gedurende het teeltseizoen beschadigingen in de verflaag op de verwarmingsbuizen in de kas. Dit heeft een negatieve invloed op de warmteafgifte en de lichtopbrengst. Daarom is het aan te raden om jaarlijks tijdens de teeltwisseling de verwarmingsbuizen in de kas te verven.

2. Gronddoek plaatsen/ plastic intrekken

De meeste telers kiezen ervoor om het gronddoek meerdere jaren te gebruiken. Is het gronddoek toe aan vervanging, start hier dan als eerste mee tijdens de teeltwisseling, zodat je genoeg ruimte hebt.

3. Gotenfolie intrekken

Gotenfolie is folie die je om de teeltgoten bevestigt. Het voorkomt residuvorming en ongewenste wortelgroei, het verlengt de levensduur van de teeltgoot en het maakt het schoonmaken van de goten tijdens de teeltwisseling een stuk eenvoudiger. Het intrekken van gotenfolie kan handmatig, maar gaat vele malen sneller met behulp van een afwikkelbok.
Hoe trek je folie in met een afwikkelblok? Bekijk deze video

4. AC-folie intrekken

De laatste jaren wordt er in de onbelichte groenteteelt steeds meer gebruik gemaakt van AC-folie bij de start van de teelt, om ervoor te zorgen dat er een warmer kasklimaat ontstaat voor de jonge planten. Bij het intrekken van het foliedien je rekening te houden met een aantal aandachtspunten.  

5. CO2-slangen trekken

CO2-slangen zijn vrij kwetsbaar, waardoor sommige telers ervoor kiezen om deze tijdens iedere teeltwisseling te vervangen. Wanneer ze tussen het gewas hangen en met de bladeren in aanraking komen, is dit vanuit hygiënisch oogpunt ook aan te raden. Het plaatsen van nieuwe CO2-slangen gaat het makkelijkst met behulp van gietdarmpijpjes.

6. Loopfolie plaatsen

In de paden wordt vaak loopfolie geplaatst tussen de buisrail. Dit zorgt ervoor dat paden netjes blijven. Daarnaast zorgt het ervoor dat er geen onkruid kan groeien wanneer je geen gronddoek hebt. Heb je wel gronddoek, dan zorgt het ervoor dat het gronddoek minder snel slijt.

7. Substraatmatten plaatsen

Een nieuwe teelt begint in veel gevallen met nieuw substraat, dit is namelijk hygiënischer dan het hergebruiken van substraatmatten. Het is hierbij wel belangrijk dat je de substraatmatten op de juiste manier plaatst. Verkeerd plaatsen kan namelijk negatieve gevolgen voor de teelt hebben.

8. Signaalrollen ophangen

Hang daarna de signaalrollen op. Dit kan je het beste doen voordat je de hogedraadhaken ophangt. Doe je dit andersom, dan kan het gebeuren dat de signaalrol tegen het touw van de haken terecht komt en ze aan elkaar vastplakken. Ook hoef je dan niet telkens de signaalrol over te pakken. 

Voor het eenvoudig bevestigen van signaalrollen, kan je gebruik maken van lintbeugels. Hier schuif je het lint in en tijdens de teelt kan je de lintbeugel mee omhoog schuiven. 
Hoe trek je folie in met een afwikkelblok? Bekijk deze video

9. Hogedraadhaken ophangen

De volgende stap is het ophangen van de hogedraadhaken. Hang boven ieder plantgat in de substraatmat een hogedraadhaak. Let hierbij goed op dat je de haken op de juiste manier ophangt en dat ze niet ondersteboven hangen.

10. Stekers plaatsen

Bevestig de stekers weer aan de slangetjes van de druppelslang en steek ze in de substraatmat. Hierbij is het heel belangrijk dat je ze op de juiste diepte steekt. Als de steker namelijk niet diep genoeg geplaatst is, kan hij uit de mat vallen, waardoor de plant geen water krijgt of er droge plekken ontstaan in de mat. Wanneer je de steker anderzijds te diep in de mat steekt, dan zou je de mat lek kunnen prikken.

11. Substraatmatten voldruppelen

Gewassen mogen niet op droge matten geplant worden. Druppel de substraatmatten daarom minimaal 48 uur voor het planten vol met de voedingsoplossing die geschikt is voor jouw gewas. Zorg dat de oplossing warm is (>18°C), zodat er geen koudeschok optreedt bij de jonge planten. Controleer of alle matten goed vol zijn. Bij een volle substraatmat bobbelt het verpakkingsfolie en is de voedingsoplossing aan de oppervlakte van de mat zichtbaar. Is de mat niet vol, vul deze dan handmatig bij met een gieter.

12. Substraatmatten inprikken

Om het teveel aan water uit de substraatmat te laten lopen, prik je vervolgens gaten in de mat.

13. Planten

Dan is het tijd om te planten. Een temperatuur tussen de 18°C en 28°C biedt de beste omstandigheden voor inworteling van de planten. Zorg er dus voor dat de kas en het substraat de juiste temperatuur hebben.

14. Vastzetten of vastclippen

Maak de planten direct vast aan het touw van de hogedraadhaken. Dit kan op twee manieren: door ze vast te knopen aan de plant (met een achtje) of door ze aan de plant vast te clippen. Zodra de planten vast zitten, kan je de stokken weghalen.

Het voordeel van het vastzetten met alleen touw is dat het minder arbeidsintensief is, maar bij deze methode worden welk vaker koppen gebroken. Vastclippen is duurder vanwege de prijs van de clips en de arbeid, maar hierbij is de kans op het breken van de koppen vele malen kleiner.

15. Draingaten maken

In de periode na het poten, geef je beperkt water om het gewas naar de juiste balans te sturen. Je laat dan de mat interen tot het gewenste vochtgehalte in de mat. Als je dit niveau bereikt hebt, dan kun je starten met de normale watergift. Ook maak je dan draingaten in de substraatmat om te voorkomen dat de EC in de mat te hoog oploopt. Drainagegaten zijn sneeën van 2 tot 5 centimeter aan de onderkant van de mat. Maak je ze hoger, dan kan er een laagje water achterblijven in de substraatmat, waardoor wortelrot ontstaat.
Hoe maak je draingaten? Bekijk deze video.

16. Schermmiddelen aanbrengen

Jonge planten hebben licht nodig om te kunnen groeien, maar een teveel aan licht kan zorgen voor schade. Vindt de start van de nieuwe teelt plaats in een periode waarin de zonkracht erg sterk is, zorg dan dat je tijdig schermmiddelen aanbrengt. Op die manier bescherm je de jonge planten en voorkom je hittestress en verbranding.

17. Hygiënemaatregelen

Wanneer je de kas op de juiste manier hebt gereinigd en ontsmet, begin je de nieuwe teelt schoon. Dit wil je gedurende de teelt uiteraard zo houden. Daarom dien je de juiste maatregelen te treffen. Het opstellen van een hygiëneplan helpt je hierbij. Een  hygiëneplan omvat een beschrijving van de hygiënemaatregelen die op jouw bedrijf worden getroffen en hoe vaak en/of op welke momenten deze maatregelen getroffen moeten worden. Denk daarbij aan handen- en voetendesinfectie, reiniging van materialen en waterontsmetting, maar ook aan een hygiëneprotocol voor bezoekers.

Een goed hygiëneplan wordt overigens steeds belangrijker door de afname van het aantal toegestane gewasbeschermingsmiddelen. Het is dus aan te raden om hier voldoende tijd aan te besteden. Dit helpt je om tijdens de teelt minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te maken.

18. Hommelkasten plaatsen

Zodra de eerste bloei optreedt, wordt het tijd voor bestuiving. Dit is cruciaal voor een goed en gezond gewas: zonder bestuiving komen de meeste gewassen namelijk niet of niet optimaal tot ontwikkeling. Het is dan ook belangrijk dat je hommelkasten op de juiste manier plaatst. Lees hier hoe je dit doet.

19. Clippen

De trossen van jonge planten kunnen snel knikken, beschadigen en/of scheuren naarmate ze groter worden en het gewicht toeneemt. Verschillende clips kunnen helpen om dit te voorkomen. Deze clips breng je een aantal weken na het planten aan om ze extra te ondersteunen. Let goed op bij het eerste rondje zakken dat je de plant niet te snel/te hard laat zakken of te ver opschuift, want dan kan de plant bij de onderstam scheuren. Om dit te voorkomen, kan je ook gebruik maken van een clip.

Klaar voor de (nieuwe teelt) start

Nadat alle bovenstaande stappen doorlopen zijn en de kas weer volledig is ingericht, kan de nieuwe teelt van start gaan en kunnen over een aantal weken de eerste tomaten geoogst worden. 
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Tom de Haas neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Tom de Haas
Ook interessant voor jou
Hoe ga je om met afvalwater tijdens de teeltwisseling?
Tijdens de teeltwisseling ontstaan er veel afvalwaterstromen. Deze kunnen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen bevatten, waardoor ze niet op het oppervlaktewater geloosd moeten worden. Hoe ga je om met dit afvalwater?
Hoe reinig je de kas tijdens de teeltwisseling?
Het reinigen van de kas is van groot belang voor een hygiënische start van de nieuwe teelt. Alleen zo worden ziektes, bacteriën en plagen uit de oude teelt bestreden.



Whitepaper: 'Teeltwisseling: schoon eindigen, schoon beginnen'
Voorkom achtergebleven ziektes en plagen in je nieuwe gewas met een hygiënische teeltwisseling. Volg het stappenplan boordevol tips, zodat je precies weet wat je moet doen tijdens deze hectische periode. Zo hoef je achteraf niet onnodig bij te sturen met bestrijdingsmiddelen.