Home ​​​​>​​​​ Kennisbank​​​​

Er zijn vele verschillende soorten chemische gewasbeschermingsmiddelen. Sommigen daarvan zijn niet-selectieve allesdoders; andere middelen werken wel selectief. De niet-selectieve middelen doden niet alleen de te bestrijden plaag, maar doden ook de natuurlijke vijanden die aanwezig zijn in het gewas. Selectieve middelen doden daarentegen alleen de plaag en zijn niet schadelijk voor de natuurlijke vijanden in het gewas. Dien je ondanks de inzet van biologie toch gebruik te maken van chemische gewasbescherming, houd dan dus rekening met de volgende punten om neveneffecten te voorkomen:

• Selectieve pesticiden hebben weinig of geen negatief effect op natuurlijke bestrijders en hommels. Kies indien mogelijk dus voor een selectieve pesticide.
• Is het gebruik van selectieve pesticiden niet mogelijk, kies dan voor een selectieve toepassing (bijvoorbeeld aangieten of meedruppelen) en een gewasbeschermingsmiddel met een korte nawerking. Onze gewasbeschermingsspecialisten kunnen je hierover adviseren.
• Hommels kan je – in tegenstelling tot natuurlijke vijanden – tijdelijk uit het gewas halen wanneer je gebruik gaat maken van chemische gewasbescherming. Plaats de hommelkasten hierbij in een ruimte van 18 – 20 graden Celsius voor maximaal 2 – 3 dagen (bij een langere periode ontstaat een stuifmeeltekort, wat een negatieve invloed heeft op de hommelkolonie).
• Ga voor het gebruik van chemische gewasbescherming ook na hoe lang een middel schadelijk is voor de biologie binnen het gewas. Veel middelen kunnen na de toepassing nog een (lange) tijd negatieve effecten hebben op natuurlijke vijanden en/of hommels. Hoe lang een middel schadelijk is, staat vermeld op het etiket. Staat er niets op het etiket, dan is de nawerking onbekend.

De inzet van chemische middelen kunnen schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Zo bestaat de kans dat je de biologische bestrijders direct dood, of dat de eitjes of poppen niet uitkomen, waardoor de natuurlijke vijanden geen effect meer hebben. Daarnaast dien je ook rekening te houden met indirecte neveneffecten zoals een verminderde ei leg. De regel voor de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen geldt dan ook: een verhoogde of herhaalde toepassing van chemie kan leiden tot grotere neveneffecten.

Het is dus belangrijk dat je inzicht hebt in de neveneffecten van een chemisch gewasbeschermingsmiddel voordat je dit toepast in je gewas. Maar hoe weet je met wat voor soort middel je te maken hebt en wat de eventuele neveneffecten van dit middel zijn? Deze informatie is terug te vinden op het etiket van het chemische gewasbeschermingsmiddel, maar je kan deze informatie ook eenvoudig terugvinden via de Agrobío Effecten app. De app biedt je de mogelijkheid om te zoeken op werkzame stof, handelsnaam, teelt of producttype, waarna je de neveneffecten van het middel te zien krijgt.

Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Jan Krouwer neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur.