Home ​​​​>​​​​ Knowledge Center​​​​

Hoe kun je Nesidiocoris bestrijden en beheersen?

De afgelopen jaren vormt de roofwants Nesidiocoris tenuis – in de volksmond ook wel ‘Nesi’ genoemd –  een serieus probleem in de tomatenteelt. Dit sterkere ‘neefje’ van de Macrolophus is een aantal jaren geleden vanuit het Middellandse Zeegebied terechtgekomen in West-Europa. Daar wordt de roofwants ingezet als natuurlijke bestrijder, maar hier in Nederland wordt Nesidiocoris vooral gezien als plaag. In eerste instantie bevond de Nesidiocoris zich alleen tegen in de belichte tomatenteelt, maar met het warme weer zien we deze wants ook steeds vaker in onbelichte teelten voorkomen.
Nesidiocoris
Leonie van Rooijen
Specialist gewasbescherming | 14 september 2019 | 4 min. lezen

Onderwerpen in dit artikel

Het verschil tussen Nesidiocorus en Macrolophus

Nesidiocorus en Macrolophus zijn beide afkomstig uit de Miridae familie en dus verwant aan elkaar. Toch kennen ze een aantal belangrijke verschillen, zowel in gedrag als in uiterlijk. 

Verschillen in gedrag

Wantsen uit de Miridae familie zijn omnivoren. Dit betekent dat ze kunnen worden ingezet als natuurlijke bestrijders, maar dat ze ook plantmateriaal eten bij gebrek aan prooi. Vooral in de zomer, als de wantsen zich snel ontwikkelen en dus in groten getale in het gewas aanwezig zijn, ontstaat een tekort aan prooivoedsel, waardoor ze zich vaker te goed doen aan plantmateriaal. 

Doordat Nesidiocoris zich sneller voortplant en een sterkere natuurlijke bestrijder is dan Macrolophus (en dus meer plaagdieren in korte tijd eet), neemt de hoeveelheid prooidieren bij de aanwezigheid van Nesi in korte tijd af, waardoor de Nesidiocorus eerder genoodzaakt is om zich te voeden met plantmateriaal. 

Verder zie je dat Nesi vooral voorkomt in de kop van de plant. Hij heeft namelijk een voorkeur voor jonge plantdelen. Macrolophus bevindt zich lager in de plant. 

Uiterlijke verschillen

De Nesidiocoris lijkt sterk op de Macrolophus, met name in het nimfenstadium. Het enige verschil in dit stadium is de antennen: bij Nesidiocoris zijn deze zwart, terwijl ze bij Macrolophus geel zijn. 

De adulten zijn makkelijker van elkaar te onderscheiden. De adulten van Macrolophus hebben een volledig zwarte eerste antennesegment; bij Nesidiocoris is dit onderbroken zwart. Ook heeft Nesidiocorus zwarte kniepuntjes en een zwarte ring om de nek, hebben de vleugels zwarte accenten en zijn de Nesi adulten groter dan de Macrolophus adulten. 
Nesidiocoris
Nesidiocoris tenuis
Macrolophus pygmaeus
Macrolophus pygmaeus

Schadebeeld

Ondanks dat Nesidiocoris tenuis een goede plaagbestrijder is voor witte vlieg en Tuta absoluta, richt deze wants ook grote schade aan de planten aan. Het eerste symptoom waaraan je Nesi vaak herkent, zijn bruine ringen op de stengels. Deze ontstaan doordat hij met zijn zuigsnuit meerdere malen op dezelfde plaats in de plant prikt. Dit zorgt ervoor dat de planten broos worden, waardoor de groei van de plant afneemt, er stengels afbreken en er koppen uitvallen. Verder prikt de Nesidiocoris in vruchten en bloemen, waardoor er misvormingen ontstaan en bloemen zelfs kunnen afvallen. Vooral bij trostomaat is dit heel schadelijk. 

Aantasting Nesidiocoris
Schadebeeld Nesidiocoris

Nesidiocoris bestrijden

De Nesidiocoris is sterk verwant aan de Macrolophus. Dit maakt het bestrijden van de plaag erg lastig. Er is namelijk geen gewasbeschermingsmiddel beschikbaar wat zich specifiek richt op Nesi en alle gewasbeschermingsmiddelen die effect hebben op Nesidiocoris, brengen tegelijkertijd ook schade toe aan de Macrolophus populatie. En dat is ongewenst, want als de populatie Macrolophus afneemt, neemt de plaagdruk van witte vlieg en Tuta absoluta in snel tempo toe. 

Omdat Nesidiocoris zich met name in de kop bevindt, kiezen sommige telers ervoor om gewasbeschermingsmiddelen (zoals Gazelle, NeemAzal en Sivanto Prime) in de kop van de plant te spuiten. Houd er hierbij wel rekening mee dat de gewasbeschermingsmiddelen ook lager in de plant terecht komen en dat dit dus geen garantie is voor behoud van de Macrolophus populatie. 

Het beste moment om Nesidiocoris te bestrijden, is tijdens de teeltwisseling. Zodra de kas leeggeruimd is, is het van belang dat je de kas volledig ontsmet. Op die manier dood je ziektes en plagen af en kun je schoon aan de nieuwe teelt beginnen. Dit voorkomt herbesmetting van de nieuwe teelt. Voor het ontsmetten kun je gebruik maken van het desinfectieprotocol voor tomaat.
Gerelateerde producten
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Leonie van Rooijen neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Ook interessant voor jou

Hoe kun je Nesidiocoris bestrijden en beheersen?

De afgelopen jaren vormt de roofwants Nesidiocoris tenuis – in de volksmond ook wel ‘Nesi’ genoemd –  een serieus probleem in de tomatenteelt. Dit sterkere ‘neefje’ van de Macrolophus is een aantal jaren geleden vanuit het Middellandse Zeegebied terechtgekomen in West-Europa. Daar wordt de roofwants ingezet als natuurlijke bestrijder, maar hier in Nederland wordt Nesidiocoris vooral gezien als plaag. In eerste instantie bevond de Nesidiocoris zich alleen tegen in de belichte tomatenteelt, maar met het warme weer zien we deze wants ook steeds vaker in onbelichte teelten voorkomen.
Zoek in de Kennisbank
Vind antwoord op je vraag in onze kennisbank. 600+ artikelen, geschreven door onze specialisten.
Leonie van Rooijen
Leonie van Rooijen
Specialist gewasbescherming | 14 september 2019 | 4 min. lezen
Deel dit artikel
Nesidiocoris

Onderwerpen in dit artikel

Het verschil tussen Nesidiocorus en Macrolophus

Nesidiocorus en Macrolophus zijn beide afkomstig uit de Miridae familie en dus verwant aan elkaar. Toch kennen ze een aantal belangrijke verschillen, zowel in gedrag als in uiterlijk. 

Verschillen in gedrag

Wantsen uit de Miridae familie zijn omnivoren. Dit betekent dat ze kunnen worden ingezet als natuurlijke bestrijders, maar dat ze ook plantmateriaal eten bij gebrek aan prooi. Vooral in de zomer, als de wantsen zich snel ontwikkelen en dus in groten getale in het gewas aanwezig zijn, ontstaat een tekort aan prooivoedsel, waardoor ze zich vaker te goed doen aan plantmateriaal. 

Doordat Nesidiocoris zich sneller voortplant en een sterkere natuurlijke bestrijder is dan Macrolophus (en dus meer plaagdieren in korte tijd eet), neemt de hoeveelheid prooidieren bij de aanwezigheid van Nesi in korte tijd af, waardoor de Nesidiocorus eerder genoodzaakt is om zich te voeden met plantmateriaal. 

Verder zie je dat Nesi vooral voorkomt in de kop van de plant. Hij heeft namelijk een voorkeur voor jonge plantdelen. Macrolophus bevindt zich lager in de plant. 

Uiterlijke verschillen

De Nesidiocoris lijkt sterk op de Macrolophus, met name in het nimfenstadium. Het enige verschil in dit stadium is de antennen: bij Nesidiocoris zijn deze zwart, terwijl ze bij Macrolophus geel zijn. 

De adulten zijn makkelijker van elkaar te onderscheiden. De adulten van Macrolophus hebben een volledig zwarte eerste antennesegment; bij Nesidiocoris is dit onderbroken zwart. Ook heeft Nesidiocorus zwarte kniepuntjes en een zwarte ring om de nek, hebben de vleugels zwarte accenten en zijn de Nesi adulten groter dan de Macrolophus adulten. 
Nesidiocoris
Nesidiocoris tenuis
Macrolophus pygmaeus
Macrolophus pygmaeus

Schadebeeld

Ondanks dat Nesidiocoris tenuis een goede plaagbestrijder is voor witte vlieg en Tuta absoluta, richt deze wants ook grote schade aan de planten aan. Het eerste symptoom waaraan je Nesi vaak herkent, zijn bruine ringen op de stengels. Deze ontstaan doordat hij met zijn zuigsnuit meerdere malen op dezelfde plaats in de plant prikt. Dit zorgt ervoor dat de planten broos worden, waardoor de groei van de plant afneemt, er stengels afbreken en er koppen uitvallen. Verder prikt de Nesidiocoris in vruchten en bloemen, waardoor er misvormingen ontstaan en bloemen zelfs kunnen afvallen. Vooral bij trostomaat is dit heel schadelijk. 

Aantasting Nesidiocoris
Schadebeeld Nesidiocoris

Nesidiocoris bestrijden

De Nesidiocoris is sterk verwant aan de Macrolophus. Dit maakt het bestrijden van de plaag erg lastig. Er is namelijk geen gewasbeschermingsmiddel beschikbaar wat zich specifiek richt op Nesi en alle gewasbeschermingsmiddelen die effect hebben op Nesidiocoris, brengen tegelijkertijd ook schade toe aan de Macrolophus populatie. En dat is ongewenst, want als de populatie Macrolophus afneemt, neemt de plaagdruk van witte vlieg en Tuta absoluta in snel tempo toe. 

Omdat Nesidiocoris zich met name in de kop bevindt, kiezen sommige telers ervoor om gewasbeschermingsmiddelen (zoals Gazelle, NeemAzal en Sivanto Prime) in de kop van de plant te spuiten. Houd er hierbij wel rekening mee dat de gewasbeschermingsmiddelen ook lager in de plant terecht komen en dat dit dus geen garantie is voor behoud van de Macrolophus populatie. 

Het beste moment om Nesidiocoris te bestrijden, is tijdens de teeltwisseling. Zodra de kas leeggeruimd is, is het van belang dat je de kas volledig ontsmet. Op die manier dood je ziektes en plagen af en kun je schoon aan de nieuwe teelt beginnen. Dit voorkomt herbesmetting van de nieuwe teelt. Voor het ontsmetten kun je gebruik maken van het desinfectieprotocol voor tomaat.
Gerelateerde producten
Contactformulier
Staat je antwoord er niet bij? Vul het contactformulier in en Leonie van Rooijen neemt contact met je op. Op werkdagen zelfs binnen 24 uur. 
Leonie van Rooijen
Ook interessant voor jou
Whitepaper 'Natuurlijke vijanden'
Natuurlijke vijanden zijn een goed, effectief en duurzaam alternatief voor chemische gewasbescherming. Maar doordat je werkt met levend materiaal, komt er veel bij kijken. Dit whitepaper geeft je tips, een uitgebreid stappenplan en informatie hoe je hiermee om kunt gaan.
Tips voor het signaleren en wegvangen van plagen
Hoe eerder een plaag gesignaleerd wordt, hoe eerder je kan starten met het bestrijden van de plaag. Voor het signaleren en wegvangen van plagen bestaan verschillende signaleringsproducten.


Hoe voorkom je een resistentie tegen gewasbeschermingsmiddelen?
Ziektes, bacteriën en onkruiden kunnen ongevoelig worden voor gewasbeschermingsmiddelen, waardoor deze dus geen (of minder) effect meer hebben. We spreken dan van een resistentie.