Bij het Integrated Pest Management (IPM) worden eerst alle mogelijke preventieve en niet chemische maatregelen ingezet. Als laatste stap kan beroep worden gedaan op chemische middelen.
Belangrijke zaken binnen het IPM knaagdierbeheersing zijn:
Stap 1. Monitoren
Stap 2. Weren / Habitat management
Stap 3. Niet chemische bestrijding
Stap 4. Rodenticiden
1. MonitorenHet is belangrijk om knaagdieren in een vroeg stadium te signaleren. Hierdoor kan het probleem snel worden opgelost. Dit signaleren wordt monitoren genoemd en kan worden gedaan door het vaststellen van sporen, uitwerpselen en knaagschade.
2. Weren (Habitat management)Door de knaagdieren te weren, kan veel overlast en schade worden voorkomen. Met weren wordt bedoeld dat er maatregelen worden genomen zodat knaagdieren het gebouw niet binnen kunnen komen en dat er geen gunstige omstandigheden voor hen zijn, zoals voedsel en schuilgelegenheden. Er zijn voor het weren van knaagdieren bouwkundige, aanpassing in de groenvoorziening, hygiënische en bedrijfsmatige maatregelen.
3 Niet chemische bestrijdingAls er sprake is van een knaagdierpopulatie welke niet voldoende kan worden geweerd dan bestaat de strategie uit het treffen van niet-chemische bestrijdingsmaatregelen in combinatie met habitat management. Dit bestaat uit het treffen van maatregelen gericht op het verminderen van ratten en/of muizen. Bijvoorbeeld klemmen en/of vallen.
4. Rodenticiden (vergiftigd lokaas)Als de knaagdierpopulatie niet voldoende kan worden bestreden met niet-chemische bestrijdingsmaatregelen, dan kan als aanvulling hierop en op het habitat management gebruik gemaakt worden van chemische-bestrijdingsmaatregelen. De inzet van chemische-bestrijdingsmaatregelen moet tot een minimum worden beperkt.
Raadpleeg voor alle maatregelen het
certificatieschema van het KPMB wat is opgesteld voor IPM-KBA.